werkwoordspelling vt BB



Werkwoord
spelling 
(VT)
1 / 9
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 9 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson



Werkwoord
spelling 
(VT)

Slide 1 - Slide

Welk woord heb je nodig voor de verleden tijd van een werkwoord?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Video

Werkwoord verleden tijd
smeren                                                                       
stam: smer   ('r' zit niet in TaXi KoFSCHiP)
ik: smeerde
jij: smeerde
hij/zij/het: smeerde
wij/jullie/zij: smeerden

Slide 4 - Slide

Nog een werkwoord
douchen
stam: douch ('h' zit wel in TaXi KoFSCHiP)
ik: douchte
jij: douchte
hij/zij/het: douchte
wij/jullie/zij: douchten

Slide 5 - Slide

Maak zelf zo'n rijtje met: 'appen'

Slide 6 - Open question

Nu nog een keer met:
'beantwoorden'

Slide 7 - Open question

En woorden die van klank veranderen?
Schrijf deze zoals je ze hoort
Slapen
ik sliep
jij sliep
hij/zij/het sliep
wij/jullie/zij sliepen

Slide 8 - Slide

Nu verder met Basisacademie.nl
/score
Taalverzorging

Slide 9 - Slide