A4. Consumentengedrag en producentengedrag

A.4   Consumentengedrag en producentengedrag
Wat ben je bereid te betalen voor een smartphone?

€ 150?
€ 300?           Betalingsbereidheid
€ 500?



Betalingsbereidheid: 
Het maximale bedrag dat een koper wil betalen voor een product.

1 / 30
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 30 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

A.4   Consumentengedrag en producentengedrag
Wat ben je bereid te betalen voor een smartphone?

€ 150?
€ 300?           Betalingsbereidheid
€ 500?



Betalingsbereidheid: 
Het maximale bedrag dat een koper wil betalen voor een product.

Slide 1 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4   Consumentengedrag en producentengedrag
De betalingsbereidheid hangt af van de volgende factoren:
1. Behoeften/voorkeuren van consumenten
2. Besteedbaar inkomen van consumenten (= koopkracht)
3. Prijs van substitutiegoederen en complementaire goederen
4. Exogene factoren
Substitutiegoederen: 
Producten die andere producten kunnen vervangen.

Complementaire goederen: 
Goederen die elkaar aanvullen.
Exogene factoren: 
Omstandigheden waar je geen invloed op hebt.

Slide 2 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4   Consumentengedrag en producentengedrag
Betalingsbereidheid van smartphones onder scholieren:







Bij een prijs van € 400 willen 150.000 scholieren de smartphone kopen. De producent heeft dan een omzet van € 400 x 150.000 = € 60 miljoen

Slide 3 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4   Consumentengedrag en producentengedrag
Er is een negatief verband tussen de prijs (p) en de 
vraag (Qᵥ) naar een product:

Stijgt de prijs (P), dan daalt de vraag (Q)
Hoe sterk dit verband is kun je uitrekenen met de prijselasticiteit.

Prijselasticiteit van de vraag:
De mate waarin een relatieve prijsverandering zorgt voor een relatieve vraagverandering.

Slide 4 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Voorbeeld
De prijs van een product stijgt van € 10 naar € 10,50.
De gevraagde hoeveelheid daalt van 1.000 stuks naar 800 stuks.


Slide 5 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld
De prijs van een product stijgt van € 10 naar € 10,50.
De gevraagde hoeveelheid daalt van 1.000 stuks naar 800 stuks.

Stap 1. Bereken de procentuele verandering in de gevraagde hoeveelheid:
(N - O) / O x 100% = (800 - 1.000) / 1.000 x 100% = −20%

Slide 6 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld
De prijs van een product stijgt van € 10 naar € 10,50.
De gevraagde hoeveelheid daalt van 1.000 stuks naar 800 stuks.

Stap 1. Bereken de procentuele verandering in de gevraagde hoeveelheid:
(N - O) / O x 100% = (800 - 1.000) / 1.000 x 100% = −20%

Stap 2. Bereken de procentuele verandering in de prijs:
(N - O) / O x 100% = (€ 10,50 - € 10) / € 10,50 x 100% = 5%

Slide 7 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Voorbeeld
De prijs van een product stijgt van € 10 naar € 10,50.
De gevraagde hoeveelheid daalt van 1.000 stuks naar 800 stuks.

Stap 1. Bereken de procentuele verandering in de gevraagde hoeveelheid:
(N - O) / O x 100% = (800 - 1.000) / 1.000 x 100% = −20%

Stap 2. Bereken de procentuele verandering in de prijs:
(N - O) / O x 100% = (€ 10,50 - € 10) / € 10,50 x 100% = 5%

Stap 3. Bereken de prijselasticiteit van de vraag: 
Ev​= -20%​ / 5% = - 4

Slide 8 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

A.4 Consumentengedrag en producentengedrag
Schematisch kun je dit zo weergeven:






Let op: het gaat altijd over relatieve (dus procentuele) veranderingen!

Slide 9 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4   Consumentengedrag en producentengedrag
Er bestaat een positief verband van de gevraagde hoeveelheid voor een prijsverandering van een substitutiegoed. Gaat de prijs van bananen omhoog dan stijgt de gevraagde hoeveelheid van appels.


Slide 10 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4   Consumentengedrag en producentengedrag
Er bestaat een positief verband van de gevraagde hoeveelheid voor een prijsverandering van een substitutiegoed. Gaat de prijs van bananen omhoog dan stijgt de gevraagde hoeveelheid van appels.

Er bestaat een negatief verband van de gevraagde hoeveelheid voor een prijsverandering van een complementair goed. Gaat de prijs van Playstations omhoog dan daalt de gevraagde hoeveelheid van games.

Slide 11 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4 Consumentengedrag en producentengedrag
Net zoals bij de prijs, kun je ook het effect van een 
inkomensverandering op de vraag meten met behulp van 
een elasticiteit. Je hoeft dit niet te kunnen berekenen, 
maar wel kunnen uitleggen.

Inkomenselasticiteit van de vraag:
De mate waarin een relatieve verandering van inkomen zorgt voor een relatieve vraagverandering.

Slide 12 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4   Consumentengedrag en producentengedrag
Als je inkomen stijgt dan stijgt de vraag naar dat product
(een verschuiving van de vraaglijn naar rechts). Deze goederen
noemen we noodzakelijke goederen.

Dit geldt niet voor alle goederen. Van inferieure goederen wordt
bij een stijging van het inkomen minder aangeschaft.

Bij luxegoederen zijn richtingen van de verschuivingen wel
hetzelfde als bij noodzakelijke goederen.

Inferieure goederen: 
een goed waarvan de consument minder gaat kopen als zijn inkomen stijgt en waarvan hij meer gaat kopen als zijn inkomen daalt.

Luxe goederen: 
goederen die niet direct in de eerste levensbehoefte voorzien.

Slide 13 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4 Consumentengedrag en producentengedrag
Er kan zowel een positief als negatief verband bestaan tussen
het inkomen en de vraag (Qv) naar een product.
Dit hangt af van het soort product.


Inferieure goederen: 
Goederen waarvan de vraag daalt als het inkomen stijgt en omgekeerd.

Slide 14 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4 Consumentengedrag en producentengedrag
Schematisch kun je dit zo weergeven:







Let op: de inkomenselasticiteit kan dus zowel positief als negatief zijn!

Slide 15 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4 Consumentengedrag en producentengedrag
Als de betalingsbereidheid > marktprijs, dan ontstaat een 
consumentensurplus.

Consumentensurplus bij een prijs van € 20




Consumentensurplus: 
Het verschil tussen de prijs en het bedrag dat de vrager bereid is te betalen.

Slide 16 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4 Consumentengedrag en producentengedrag
Stel de prijs van kaarten wordt verlaagd naar € 10

Het consumentensurplus van bestaande klanten stijgt.
Nieuwe klanten betreden de markt en ervaren nu ook
een consumentensurplus.



Slide 17 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.1    Betalingsbereidheid en vraaglijn
Het consumentensurplus verandert als de prijs verandert:




Slide 18 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4 Consumentengedrag en producentengedrag
Je kunt de welvaart ook vanuit de producent bekijken.
Voor welke prijs zijn producenten bereid een product te 
produceren?

Als de verkoopbereidheid lager is dan marktprijs, dan ontstaat
een producentensurplus.




Producentensurplus:
Het verschil tussen de prijs en het laagste bedrag waarvoor een aanbieder een product of dienst wil verkopen.

Slide 19 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

2.1   Consumenten- en producentensurplus
Het producentensurplus verandert als de prijs verandert:


Slide 20 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4 Consumentengedrag en producentengedrag
Producentensurplus bij een prijs van € 30.
Bij een hogere prijs veranderen er twee dingen:
  1. Extra producentensurplus oorspronkelijke aanbieders
  2. Producentensurplus nieuwe aanbieders

Slide 21 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4 Consumentengedrag en producentengedrag
Het consumentensurplus en producentensurplus vormen
samen het totale surplus.

Bij een marktmodel in evenwichtssituatie bij volkomen
concurrentie is het totale surplus het grootst.



Totale surplus: 
De omvang van het totale surplus is een maatstaf voor de doelmatigheid van de markt.

Slide 22 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4 Consumentengedrag en producentengedrag
Perfect werkende markt bij volkomen concurrentie
Het surplus van de consumenten en producenten samen
is het totale surplus.

Het totale surplus is maximaal in een perfect werkende markt.
E    Marktevenwicht
AE     Vragers met een betalingsbereidheid > € 20
EB    Vragers met een betalingsbereidheid < € 20
CE     Aanbieders met een verkoopbereidheid < € 20
ED    Aanbieders met een verkoopbereidheid > € 20

Slide 23 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4 Consumentengedrag en producentengedrag
Als er geen volkomen concurrentie is, is er sprake van een 
bepaalde mate van marktmacht.


Marktmacht: 
De mate waarin een aanbieder zich onafhankelijk van de andere spelers op de markt kan gedragen.

Slide 24 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4 Consumentengedrag en producentengedrag
Als er geen volkomen concurrentie is, is er sprake van een 
bepaalde mate van marktmacht.

Er is dan sprake van monopolistische concurrentie, 
oligopolie of zelfs monopolie.


Marktmacht: 
De mate waarin een aanbieder zich onafhankelijk van de andere spelers op de markt kan gedragen.

Slide 25 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4 Consumentengedrag en producentengedrag
Als er geen volkomen concurrentie is, is er sprake van een 
bepaalde mate van marktmacht.

Er is dan sprake van monopolistische concurrentie, 
oligopolie of zelfs monopolie.

De producent kan een hogere prijs voor het product vragen 
dan bij volledige mededinging.

Marktmacht: 
De mate waarin een aanbieder zich onafhankelijk van de andere spelers op de markt kan gedragen.

Slide 26 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

1.2       De enige aanbieder
Als er marktmacht is, kunnen aanbieders zelf de prijs bepalen;
de consument bepaalt hoeveel zij voor deze prijs afneemt.

Hierdoor is de vraaglijn gelijk aan de gemiddelde opbrengstenlijn (GO).

Doelstelling bij het bepalen van de prijs is:
  1. Maximale omzet    (bij MO = 0)
  2. Maximale winst      (bij MO = MK)
  3. Break-even punt    (bij GO = GTK)

Prijszetter: 
Een aanbieder die voldoende marktmacht heeft om zijn eigen verkoopprijs te bepalen.

Slide 27 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A2.       Marktstructuur
Een ondernemer met marktmacht kan de winst verhogen door
prijsdiscriminatie toe te passen in verschillende marktsegmenten.
Dat is alleen mogelijk als je consumenten kan onderscheiden in
verschillende groepen en er tussen die groepen geen doorverkoop
kan plaatsvinden.
Een voorbeeld hiervan zijn piek- en daluren te rekenen in het 
openbaar vervoer. De treinreis is hetzelfde, de prijs verschilt.

Op deze manier kan een aanbieder met marktmacht het consumentensurplus afromen en het producentensurplus vergroten en de winstgevendheid vergroten.




Prijsdiscriminatie: 
Wanneer een bedrijf hetzelfde product tegen verschillende prijzen aan verschillende klanten verkoopt.

Slide 28 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4 Consumentengedrag en producentengedrag
Een hogere prijs heeft gevolgen voor de doelmatigheid van de markt:




Slide 29 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

A.4 Consumentengedrag en producentengedrag
Afname totale surplus (afname doelmatigheid)
Door marktmacht kunnen aanbieders een hogere prijs vaststellen.

Gevolg:
  • Producentensurplus stijgt
  • Consumentensurplus daalt
  • Totale surplus neemt af

Slide 30 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.