Opbouw triagegesprek 1.1.2

Triage 

Opbouw triagegesprek
1.1.2
1 / 29
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Triage 

Opbouw triagegesprek
1.1.2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

LEERDOELEN
Aan het einde van de les kun je:
  • Benoemen wat de opbouw van een triagegesprek is
  • De drie belangrijkste fasen van een triagegesprek onderscheiden
  • De ABCDE methode toepassen en je weet het doel hiervan

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Opbouw triagegesprek
Het doel van ieder triagegesprek is het achterhalen van de hulpvraag van de patiënt en het bepalen van de juiste vervolgactie.

Elk triagegesprek heeft ongeveer dezelfde opbouw. Deze opbouw helpt je om uiteindelijk tot een goed advies te komen!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

ABCDE>> veel info alert, ademhaling, tijdens de opening

partner en kinderen boven de 12 zelf aan de telefoon

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

***voorbeelden fases Medilect***

***casussen oefenen Medilect***
Paar belangrijke onderdelen uit het gesprek waar we op in gaan zoomen

  • ABCDE
  • Ingangsklacht
  • Overbruggingsadvies
  • Vangnet
  • Zelfzorgadvies

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

ABCDE

Slide 9 - Slide

ABCDE>> veel info alert, ademhaling, tijdens de opening

partner en kinderen boven de 12 zelf aan de telefoon
ABCDE triage
A = luchtweg
B = ademhaling
C = circulatie
D = bewustzijn
E = omgevings
factoren

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

ABCDE uitvragen bij niet spoed
Heeft u de afgelopen 12 uur geen andere acute klachten erbij gekregen zoals:
  • Benauwdheid (B)
  • Ademhalingsproblemen (A)
  • Minder alert zijn (D)  verward, suf
  • Transpireren of klam zijn (C)
  • Andere huidskleur  (C)  grauw, bleek, blauw, gemarmerd

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

**medilect fases**

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

De volgorde van een triagegesprek is
A
Ingangsklacht, ABCDE, vervolg, urgentie, afsluiting
B
ABCDE, ingangsklacht, vervolg, urgentie, afsluiting
C
ABCDE, ingangsklacht, urgentie, vervolg, afsluiting
D
Ingangsklacht, ABCDE, urgentie, vervolg, afsluiting

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Tijdens de eerste fase van het triagegesprek vraag je naar het adres en de naam van de patiënt
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

In welke fase van het triagegesprek stel je meer vragen over de ingangsklacht van de patiënt?
A
fase 1
B
fase 2
C
fase 3

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Bij alle urgenties (U1, U2, U3, U4 en U5) moet je contactadviezen geven.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Een U1 urgentie betekent dat de doktersassistente een ambulance moet waarschuwen.
A
Goed
B
Fout
C
Weet niet
D
Vaak wel maar hoeft niet altijd

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de actie van een doktersassistent bij een casus met een U3?
A
De patiënt geruststellen en naar huis sturen.
B
Zelf de patiënt onderzoeken en een diagnose stellen.
C
Direct een afspraak inplannen bij de huisarts.
D
De patiënt doorverwijzen naar een specialist.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Hoe snel moet een patiënt gezien worden bij een U2?
A
Niet, je stuurt een ambulance
B
Binnen een uur
C
Binnen enkele uren
D
Binnen 24 uur

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

De letter C in de ABCDE-check staat voor het beoordelen van de circulatie. Wat is een teken van een bedreigde circulatie?
A
Massale bloeding
B
Blauwe huid
C
Beide antwoorden
D
Geen van beide antwoorden

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Fase 1: Intake
Fase 2: Triage en vervolgadvies
Fase 3 Afsluiting
De urgentie en vervolgactie bepalen en advies geven
Checken of de patiënt instemt met de vervolgactie
De hulpvraag en ingangsklacht vaststellen

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

In de triagewijzer staan per ingangsklacht vragen benoemd die je aan de patiënt moet stellen om de urgentie te bepalen. Het is belangrijk dat je ALLE vragen stelt bij de ingangsklacht uit de triagewijzer
A
waar
B
niet waar

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

De patient die de DA net sprak heeft last van hoestklachten. De DA schat het in als een U5. Er is geen kans op schade op de korte termijn.

Welke vervolgactie hoort hierbij?
A
Binnen enkele uren laten beoordelen door een arts
B
Binnen 24 uur laten komen bij de huisarts
C
Voorlichting en advies geven

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Overbruggings
advies
Vangnet
advies
Zelfzorg
advies
ga terwijl u wacht alvast in een comfortabele houding liggen. Zorg dat er iemand bij u blijft
U krijgt waarschijnlijk nog wat meer jeuk, maar dat zal na een paar dagen verdwijnen. Mocht de plek rood worden, neem dan weer contact met ons op.
U kunt om de pijn te verlichten wat paracetamol nemen.

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Genoeg theorie ...
Volgende week gaan we oefenen met casussen! 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions