Lesweek 7 Doelstelling KD doorstroom N3

• Doorstroom niveau 3
• MBO
• Studiejaar 2

Lesweek 7 Doelstelling 

KD doorstroom N3

Wat is de planning

Onderdeel B : Lesvoorbereiding 

1. Omschrijving van de doelgroep (motorisch, cognitief, sociaal-affectief)
2. Doel van de les
3. Leskaart W-up, oefening en eindvorm

In deze les:

Aan het einde van deze les kun je een heldere, haalbare doelstelling formuleren voor jouw examen les

Leskaarten (af)maken

Een complete doelstelling

Er zijn verschillende manieren om tot een complete doelstelling te komen.

Aan het einde van mijn les hebben 5 van de 8 deelnemers een handstand tegen de muur gemaakt met hulp.

Te algemeen 

(dit telt voor iedere les)

Specifieke / concreet

Iedereen heeft een leuke les 

6 van de 10 deelnemers

Een goede lay-up maken 

Van de 5x proberen zijn 3x raak

Dat de groep het gezellig heeft

Iedereen luistert naar de docent

Gebruiken van de armen bij het springen

Woorden die 'te algemeen' of 'vaag' zijn

• Leuk
  ("De les moet leuk zijn.")
• Goed
  ("Ze moeten goed kunnen samenspelen.")
• Iets leren
  ("Deelnemers leren iets over teamwork.")
• Bezig zijn
  ("Ze zijn bezig met sporten.")
• Oefenen 
  ("Deelnemers oefenen met een bal.")
• Iedereen
  ("Iedereen kan een bal aannemen")

Woorden die specifiek zijn

"Kunnen"

"Uitvoeren"

"Benoemen"

"Laten zien"

"Voltooien"

"Toepassen"

"In 5 minuten"

"Met 3 verschillende technieken"

"Minimaal 2 keer"

"Volgens de spelregels"

"Met een score van X"

Voorbeelden van doelstellingen

"Aan het einde van de les kan elke deelnemer een warming-up leiden van 5 minuten."

"Deelnemers kunnen 3 verschillende dribbeltechnieken demonstreren in de spelvorm."

"Iedereen kan minimaal 5 keer een bal in de lucht houden met een racket tijdens het oefenen."

Maak deze algemene doelstelling beter:

De volleybaltechniek verbeteren

Maak deze algemene doelstelling beter:

Samenspelen bij trefbal

In de lesvoorbereiding

Bewegingsvorm:

Het gaat om wat de deelnemers
doen.

Voorbeelden:

"Een bal passen naar een medespeler."

"Over een hindernisbaan springen."

"Een warming-up uitvoeren."

"Met een racket een shuttle slaan."

Bedenk wat jouw deelnemers moeten doen

In de lesvoorbereiding

Waarneembaar gedrag:

Dit beschrijft wat de deelnemers laten
zien. 

Voorbeelden:

"De bal gecontroleerd laten landen in de handen vaneen
medespeler."

"De juiste techniek gebruiken bij het slaan van een shuttle."

"De hindernisbaan zonder fouten voltooien."

"De bal drie keer hooghouden zonder dat hij valt."

Tips:

Wat je kunt zien of horen?

Vermijd "mooi" of "goed."

In de lesvoorbereiding

Omstandigheden:

Wanneer laten de deelnemers het zien?

Voorbeelden:

"Met een bal van standaardformaat op een speelveld van 10x10 meter."

"Binnen een tijdsduur van 5 minuten."

"Volgens de officiële spelregels van handbal."

"Tijdens een partij van 3 tegen 3."

Tips:

Wanneer, waar of hoelang laten ze het zien

In de lesvoorbereiding

Minimale eis:

De prestatie die de deelnemers 

minimaal moeten halen. 

Voorbeelden:

"Minstens 3 keer achter elkaar de bal passen zonder dat 

deze wordt onderschept."

"De shuttle minstens 4 keer over het net slaan zonder fouten."

"De hindernisbaan binnen 2 minuten voltooien."

"Minimaal 2 van de 3 penalty’s in het doel schieten."

Tips:

Geef een getal of duidelijke grens.

Zorg dat de minimale eis haalbaar is voor groot deel van de groep.

Nu jij :
Doe een eerste poging om een doelstelling voor je les te maken. Begin met de zin:
"Aan het einde van mijn les..."

Maak je doelstelling nog beter met de tips die je kreeg. Begin met de zin:
"Aan het einde van mijn les..."

Opdracht op teams

Kijk in teams voor de weekopdracht van deze week. Je kan de opdrachten van voorgaande weken gebruiken! Je hebt de helft van het werk al gedaan ;)