H7 - les 14

1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling spelling en interpunctie
  • Uitleg paragraaf 11: getallen
  • Aan de slag met de opdrachten

Slide 2 - Slide

H7 Spelling
  • Herhaling alle onderdelen uit de   onderbouw
  • Per week 2 paragrafen
  • Doe je actief mee in de les, dan         heb je weinig huiswerk.
  • Eind van het hoofdstuk bezemles

Slide 3 - Slide

Doelen
  • Ik kan alle werkwoordsvormen correct spellen.
  • Ik weet hoe ik hoofdletters en leestekens correct moet gebruiken.
  • Ik weet hoe ik meervoudsvormen maak en spel.
  • Ik weet hoe ik verkleinwoorden maak en spel.
  • Ik weet wanneer ik een tussen -n of -s gebruik in samenstellingen.
  • Ik weet wanneer ik woorden aan elkaar of los schrijf.
  • Ik weet wanneer ik een liggend streepje moet gebruiken.
  • Ik weet wanneer ik een trema, apostrof of accentteken moet gebruiken.
  • Ik weet hoe ik getallen voluit schrijf.

Slide 4 - Slide

herhaling
interpunctie
spelling

Slide 5 - Slide

johan de vries onze buurman uit de wilhelminastraat speelde met pasen de paashaas op basisschool de regenboog in zwolle zuid

Slide 6 - Open question

uitleg
hoofdletters bij alle soorten namen:    Johan de Vries
komma voor en achter bijstelling:        , onze buurman uit de Wilhelminastraat,
hoofdletters bij feestdagen:                     Pasen
kleine letters bij samenstellingen:         paashaas
hoofdletters bij alle soorten namen:    De Regenboog
hoofdletters bij plaatsnamen en afleidingen daarvan:  Zwolle-Zuid

Slide 7 - Slide

Verbeter de spelfouten. Noteer alleen de verbeteringen (onder elkaar):

Liz is al vijf keer geblesseert geraakt bij voetbal. Afgelopen weekend heeft zij haar enkel verstuikd. Ze werd door een tegenspeler getackeled. De fysiotherapeut heeft Liz's enkel getapd.

Slide 8 - Open question

Paragraaf 11
Getallen

Slide 9 - Slide

Voluit schrijven
  • hele getallen van één tot en met twintig: acht, negentien, zesde, achtste
  • de tientallen tot honderd: vijftig, zeventig; dertigste
  • de honderdtallen tot duizend: achthonderd, driehonderdste
  • de duizendtallen tot twaalfduizend: negenduizend, tienduizendste
  • de getallen miljoen, miljard, biljoen enzovoort

Bij grote getallen kun je cijfers en woorden combineren: 34 duizend, 143 miljoen, 26 miljard.









Slide 10 - Slide

Cijfers
  • getallen boven de twintig, uitgezonderd de tientallen en honderdtallen:
      35 miljoen, de 24e (24e , 24ste) voorstelling, 92 gasten

  • exacte waarden, zoals maten, gewichten, temperaturen, bedragen, telefoonnummers, data, adressen, percentages, rekeningnummers, jaartallen, exacte tijdstippen: 67 liter, 45 meter, 4 kilo, 37 °C, € 7,85, 10 mei 1996, Ommerweg 66, 12% of 12 procent, groep 6, paragraaf 4, om 16.00 uur  (vier uur geeft de duur van iets aan)







Slide 11 - Slide

Let op!
  • Schrijf breuken los (twee derde: ⅔, vier zeven achtste: 4⅞; maar: tweeënhalf), behalve in een samenstelling: driekwartsmaat, tweederdemeerderheid

  • Als in een zin grote aantallen van iets in cijfers staan, gebruik je in die zin ook cijfers voor kleine aantallen van datzelfde iets: Van de 35 apen werden er 8 ziek, maar de twee verzorgers hadden nergens last van.







Slide 12 - Slide

oefenen

Slide 13 - Slide

Wat is de juiste schrijfwijze?

Julia koopt ......... tijdschriften per week.
A
zes
B
6

Slide 14 - Quiz


Otto speelde met .......... vrienden een potje Fortnite.
A
21
B
een en twintig
C
éénentwintig
D
eenentwintig

Slide 15 - Quiz



De minister wilde ......... miljoen bezuinigen.
A
6-tig
B
zestig
C
60

Slide 16 - Quiz


De staatsgreep vond plaats op ..........
A
vijftien mei negentieneenenzestig
B
15-5-1961
C
15 mei negentieneenenzestig
D
15 mei 1961

Slide 17 - Quiz


Om ...................... had ik een afspraak
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur
D
veertien uur

Slide 18 - Quiz

Hoewel ik om 14:00 uur een afspraak had, moest ik .............. wachten op de orthodontist.
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

maken
Nieuw Nederlands (online)
Cursus 7 Spelling, par. 11 (getallen): 5 opdrachten naar keuze

Klaar?      -> controleer of je per paragraaf 5 opdrachten af hebt
                    -> verder lezen in je boek   (16 november)


Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Wie moet er nog op de foto?
  • Hersteluur vrijdag
  • Uitleg paragraaf 12: sommige of sommigen?
  • Aan de slag met de opdrachten

Slide 23 - Slide

Vrijdag 25 oktober 9e + 10e
Je hebt tot uiterlijk donderdag 24 oktober 16:00 uur de tijd om achterstallig werk bij te werken.

Op dit moment komen de volgende leerlingen vrijdag terug:
Jayden                            Guus                                Nadine
Isa-Bo                              Hielke                              Tess
Emma                              Nathan                            Noa
Jesse                                Vera

Slide 24 - Slide

H7 Spelling
  • Herhaling alle onderdelen uit de   onderbouw
  • Per week 2 paragrafen
  • Doe je actief mee in de les, dan         heb je weinig huiswerk.
  • Eind van het hoofdstuk bezemles

Slide 25 - Slide

Doelen
  • Ik kan alle werkwoordsvormen correct spellen.
  • Ik weet hoe ik hoofdletters en leestekens correct moet gebruiken.
  • Ik weet hoe ik meervoudsvormen maak en spel.
  • Ik weet hoe ik verkleinwoorden maak en spel.
  • Ik weet wanneer ik een tussen -n of -s gebruik in samenstellingen.
  • Ik weet wanneer ik woorden aan elkaar of los schrijf.
  • Ik weet wanneer ik een liggend streepje moet gebruiken.
  • Ik weet wanneer ik een trema, apostrof of accentteken moet gebruiken.
  • Ik weet hoe ik getallen voluit schrijf.
  • Ik weet hoe ik naar zaken en personen verwijs.

Slide 26 - Slide

Paragraaf 12
Sommige of sommigen

Slide 27 - Slide

Telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden


Telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden worden soms zelfstandig gebruikt. In dat geval spel je ze soms met een -n op het eind.









Slide 28 - Slide

Telwoorden met een -e
  • als ze bijvoeglijk gebruikt worden:
- vele genodigden, enkele leerlingen, de weinige bezoekers


  • als ze betrekking hebben op zaken of dieren:
- Van die mooi beschilderde matrushka’s heb ik er enkele gekocht.
- Die exotische vogels zijn prachtig, maar de meeste zijn niet te koop.






Slide 29 - Slide

Telwoorden met een -en
  • als ze zelfstandig worden gebruikt én betrekking hebben op personen:
- Slechts weinigen zijn werkelijk van de situatie op de hoogte.
- Enkelen van ons waren in bezit van een museumjaarkaart.









Slide 30 - Slide

Telwoorden met een -en
Let goed op: als het woord betrekking heeft op personen die al eerder genoemd zijn in dezelfde zin, schrijf je -e als je het woord achter het telwoord kunt denken:
- De klanten van de KLM toonden zich ontevreden en enkele (klanten) dienden zelfs een klacht in.
Maar anders niet:
-'U kunt beter opstappen’, merkten de aandeelhouders op, die allen vonden dat de bestuursvoorzitter veel foute beslissingen had genomen.






Slide 31 - Slide

Telwoorden met een -en
Let op: tientallen, honderden, (tien)duizenden, miljoenen en miljarden                                schrijf je altijd met -en:

- De oppositie had honderdduizenden demonstranten naar de hoofdstad 
  gelokt.






Slide 32 - Slide

oefenen

Slide 33 - Slide

Mick stond gisteren op de boekenmarkt met zijn stripboeken.
Hij heeft ze ... verkocht.
A
allen
B
alle

Slide 34 - Quiz

In de wachtkamer zaten zes patiënten. Ze waren ... erg zenuwachtig.
A
allen
B
alle

Slide 35 - Quiz

Mijn moeder stuurt ieder jaar kerstkaarten.
Ze heeft er al ... verstuurd.
A
velen
B
vele

Slide 36 - Quiz

Gisteravond was er een dorpsfeest.
Ik kwam veel ... tegen.
A
bekenden
B
bekende

Slide 37 - Quiz

Slide 38 - Slide

maken
Nieuw Nederlands (online)
Cursus 7 Spelling, par. 11 + 12: 5 opdrachten naar keuze

Klaar?      -> controleer of je per paragraaf 5 opdrachten af hebt
                    -> verder lezen in je boek   (15 november)


Slide 39 - Slide