LEES EERST DE HELE OPDRACHT
Onderstreep alle voornaamwoorden die je ziet
1. Haar werk doet zij samen met vele andere vrijwilligers.
2. Maar degene die dit door elkaar haalde, heeft dit Franse sprookje kennelijk nooit goed gelezen.
3. Wie het weet, mag de volgende vraag beantwoorden: wie is de mol?