NN7 - Meer dan lezen §2 - Opdracht 7 - Hoe ontstond het circus? 2H
Hoe ontstond het circus?
NN7 - Meer dan lezen §2 - Opdracht 7 - 2H
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Hoe ontstond het circus?
NN7 - Meer dan lezen §2 - Opdracht 7 - 2H
Slide 1 - Slide
In deze les gaan we verder met voorbereiden op de leestoets. We maken straks opdracht 7 - Tekst 5 -Hoe ontstond het circus?
Daarvoor heb je het stencil nodig met de tekst of je boek blz. 16/17.
Slide 2 - Slide
Waar denk je aan bij een circus?
Slide 3 - Mind map
We lezen nu met elkaar tekst 5 'Hoe ontstond het circus?'.
Slide 4 - Slide
Zoek in alinea 2 een signaalwoord voor een toelichtend verband en onderstreep dat.
Slide 5 - Slide
Welk signaalwoord heb je onderstreept?
Slide 6 - Open question
Welke woorden uit alinea 2 worden er dan toegelicht (zie vraag 3)? Onderstreep deze in je boek.
(let op: het gaat niet om de voorbeelden na 'zoals'!)
Slide 7 - Slide
Welke woorden uit alinea 2 worden er dan toegelicht (zie vraag 3)? Onderstreep deze in je boek.
(let op: het gaat niet om de voorbeelden na 'zoals'!)
Juiste antwoord:
Al snel regelde hij er andere actsbij, zoals optredens van koorddansers, jongleurs en acrobaten.
Slide 8 - Slide
‘Veel van de elementen die wij nu met het circus associëren, stammen uit Astleys tijd.’ (al. 3) Welke elementen noemt de tekst?
Slide 9 - Open question
Aan welke signaalwoorden herken je de elementen (zie bovenstaande vraag)? Onderstreep die signaalwoorden. Let op: een van de elementen wordt niet ingeleid met een signaalwoord.
Slide 10 - Slide
Aan welke signaalwoorden herken je de elementen (zie bovenstaande vraag)? Onderstreep die signaalwoorden. Let op: een van de elementen wordt niet ingeleid met een signaalwoord.
Zo
Verder
en
Ook
Slide 11 - Slide
‘Astleys opvoeringen vonden plaats in wat hij het Amphitheatre Riding House noemde.’ (al. 4) ‘Amphitheatre’ is Engels voor ‘amfitheater’. Leid uit alinea 2 af wat dat is.
Slide 12 - Open question
Onderstreep in alinea 11 een signaalwoord voor een concluderend verband.