Oefentoets

Oefentoets
Dit is een oefentoets waarmee je kan oefenen voor de toets over Hoofdstuk 2
Deze toets zal gaan over 2.2 t/m 2.6. 

Waar moet je leren?
  • De genoemde paragrafen en aantekeningen van alle bijbehorende lessen
  • Begrippen (staan in het boek dikgedrukt en tijdens mijn uitleg in kleur)
  • Je moet de behandelde gebeurtenissen in chronologische volgorde kunnen zetten (ik ga niet naar jaartallen vragen)
  • Je moet de belangrijkste personen kennen en hun denkwijze/daden kunnen uitleggen
  • Je moet in staat zijn op correcte wijze een spotprent te kunnen analyseren
Veel vragen in de oefentoets zijn meerkeuze. In de echte toets zal je meer openvragen krijgen waarbij je het antwoord moet kunnen uitleggen
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefentoets
Dit is een oefentoets waarmee je kan oefenen voor de toets over Hoofdstuk 2
Deze toets zal gaan over 2.2 t/m 2.6. 

Waar moet je leren?
  • De genoemde paragrafen en aantekeningen van alle bijbehorende lessen
  • Begrippen (staan in het boek dikgedrukt en tijdens mijn uitleg in kleur)
  • Je moet de behandelde gebeurtenissen in chronologische volgorde kunnen zetten (ik ga niet naar jaartallen vragen)
  • Je moet de belangrijkste personen kennen en hun denkwijze/daden kunnen uitleggen
  • Je moet in staat zijn op correcte wijze een spotprent te kunnen analyseren
Veel vragen in de oefentoets zijn meerkeuze. In de echte toets zal je meer openvragen krijgen waarbij je het antwoord moet kunnen uitleggen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Protestantse kerk
Katholieke kerk

Slide 2 - Drag question

This item has no instructions

Katholieken
Protestant
Luther
Aflaat
Calvinisme
de paus
Bijbel in het Latijn
Bijbel in het duits
eenvoudig christelijk leven
Heiligenbeelden in de kerk

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Welke kritiek had Maarten Luther op de Katholieke-kerk?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Welke kenmerken horen bij welke hervormer?
Predestinatieleer
Luther
Calvijn
Vorst gehoorzamen
Vorst afzetten

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Lees de onderstaande tekst om de volgende vraag te kunnen beantwoorden
Bron 1 Een historicus over de Reformatie
Aan het einde van de 16e eeuw, toen de ideeën van de hervormers overal waren, hadden veel mensen in Europa het gevoel dat hun geloof onrecht was aangedaan. Ze vonden het vreselijk om te zien dat katholieken en protestanten elkaar doodden. Honderden mensen waren vermoord vanwege ideeën waarvan de juistheid of onjuistheid niet te bewijzen was. Er waren vele kleine geloofsgroepen ontstaan die allemaal vonden dat zij gelijk hadden. Dat was niet wat Luther en Calvijn voor ogen hadden gehad. Sommige mensen vonden het moeilijker dan ooit om hun geloof vast te blijven houden en raakten verward door de enorme keuze aan ideeën en kerkgenootschappen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions


Gebruik bron 1 op de vorige slide
Een uitspraak: Het was de bedoeling van de hervormers om nieuwe kerken op te richten.
Is deze uitspraak juist of onjuist? Noteer de zin waardoor je dat weet.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Mensen konden een aflaat kopen van de kerk. Wat is een aflaat?
Met een aflaat .....
A
hoefde je niet elke zondag naar de kerkdienst
B
kon je priester worden
C
mocht je helemaal voor in de kerk zitten
D
werden je zonden vergeven

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

In de tijd van de Reformatie lieten voor- en tegenstanders spotprenten maken. Klik op het
plaatje hier rechts om de afbeelding groter te maken.
Bedenk of de maker van deze prent een voor- of een tegenstander van de Reformatie was.
Gebruik in je antwoord twee onderdelen uit de bron.

Doe het zo:
De maker van deze prent is een (voor of tegenstander) van de Reformatie, dit kun je in de bron zien aan:




Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Wie was Karel V?
A
Een koning van een heel groot rijk
B
Een geleerde die zich bezig hield met wetenschap
C
Een belangrijke priester
D
Een ridder die vocht voor Nederland

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat was Karel V niet?
A
Keizer van Duitsland
B
Landsheer van de Nederlanden
C
Koning Frankrijk
D
Koning van Spanje

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is centralisatie?
A
Het streven van een vorst om de macht van de adel te beperken
B
Het streven van een vorst om zijn gebied vanuit een centraal punt te regeren
C
Het streven van de adel naar samenwerking tegen de vorst
D
Het streven van de adel tegen een centraal machtsorgaan

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een landvoogd?
A
Plaatsvervanger van de Spaanse koning van Nederland
B
Plaatsvervanger van de Nederlandse koning van Spanje
C
Plaatsvervanger van de Italiaanse koning van Duitsland
D
Plaatsvervanger van de Duitse koning van Rusland

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Een stadhouder...
A
Werd benoemde door een stad
B
Werd benoemd door een gewest
C
Werd benoemd door Willem van Oranje
D
Werd benoemd door Karel V en later Filips II

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Filips II was de opvolger van...
A
Filips I
B
Karel I
C
Karel V
D
Willem van Oranje

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Filips II was ...
A
Katholiek maar vond de protestanten prima
B
Protestant maar vond de katholieke prima
C
Katholiek en moest niks hebben van de protestanten
D
Protestant en moest niks hebben van de katholieke

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Lees de bron. (klik op te tekst)
Karel V vervolgde de protestanten in de Nederlanden. Wat gebeurde er met hen?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Gebruik de bron. (klik op de tekst)
Op welke twee manieren had Karel V de soevereiniteit gekregen over de Nederlandse gewesten?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Wat was de beeldenstorm?
A
Een grote storm in een katholieke kerk waarbij alle beelden vernietigd werden.
B
Vernielingen in katholieke kerken door opstandige katholieken.
C
Vernielingen van alle beelden aan het Spaanse hof door opstandelingen.
D
Vernielingen in katholieke kerken door Nederlandse protestanten.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

De hertog van Alva voerde wat maatregelen in om de rust te herstellen in de Nederlanden. Welke waren dat?
A
Hij liet betrokken edelmannen onthoofden en voerde extra belastingen in
B
Hij ging de Nederlanden binnenvallen met een leger en vond dat iedereen protestant moest worden
C
Hij liet de betrokken edelmannen oppakken en stuurde ze weg op schepen (die noemde bij watergeuzen)
D
Hij verklaarde Willem van Oranje volgelvrij

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Hoe reageert Filips op de Beeldenstorm?
A
Hij vindt de Nederlanden niet belangrijk, dus hij laat het maar
B
Hij stuurt een nieuwe landvoogd naar de Nederlanden om de opstandelingen te bestraffen
C
Hij trekt naar de Nederlanden en slacht samen met zijn leger alle opstandelingen af

Slide 21 - Quiz

Filips stuurt de hertog van Alva als nieuwe landvoogd naar de Nederlanden. Alva treedt hard op en bestraft de opstandelingen. Vaak met de dood.
De pacificatie van Gent
A
samenwerking tussen Noordelijke en Zuidelijke gewesten om de Spanjaarden te verdrijven.
B
samenwerking tussen de Noordelijke gewesten om de Spanjaarden te verdrijven.
C
samenwerking tussen de Zuidelijke gewesten en de Spanjaarden om de Spanjaarden te verdrijven.
D
samenwerking tussen de Zuidelijke gewesten om de Spanjaarden te verdrijven.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Einde

Tot volgende week!

Slide 23 - Slide

This item has no instructions