1.6 Biologisch onderzoek

1.6 Biologisch onderzoek 
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

1.6 Biologisch onderzoek 

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze paragraaf kun je:

  • uitleggen uit welke stappen een natuurwetenschappelijk onderzoek bestaat.
  • uitleggen hoe je resultaten van een onderzoek overzichtelijk kunt weergeven in een tabel of diagram.

Slide 2 - Slide

Wie heeft er wel eens gekookt?
Wat heb je toen klaargemaakt?

Slide 3 - Mind map

De stappen van een onderzoek
Bij biologie doe je op een natuurwetenschappelijke manier onderzoek. 

Bij natuurwetenschappelijk onderzoek neem je steeds dezelfde stappen. Elke stap begint met een vraag die je jezelf stelt.

Slide 4 - Slide

Probleemstelling
Een onderzoek begint altijd met de vraag.
Dit heet de Probleemstelling.

Bijvoorbeeld:
Welke invloed heeft licht op de groei van planten?

Slide 5 - Slide

Onderzoeksvraag
De probleemstelling is nog erg vaag.
Daarom ga je een onderzoeksvraag bedenken.
Daarin bedenk je zo precies mogelijk wat je wil onderzoeken.
Hiervan maak je één vraag.
Bijvoorbeeld:
Zijn kiemplantjes die ik in het licht zet, na een paar dagen langer dan kiemplantjes die ik in het donker zet?

Slide 6 - Slide

Verwachting
Daarna voorspel je de resultaten van je onderzoek.
Dit noem je de Hypothese.
Je maakt gebruik van wat je al weet. 
Je weet bijvoorbeeld dat planten licht nodig hebben om te groeien

Een voorbeeld van een verwachting is:
Kiemplantjes die ik in het licht zet, zijn na een paar dagen langer dan kiemplantjes die ik in het donker zet.

Slide 7 - Slide

Werkplan 
Je onderzoekt of je verwachting klopt. Daarvoor bedenk je een proef.
In het werkplan beschrijf je vier dingen:
  • Wat je precies gaat doen, dit noem je methode
  • Wat je nodig hebt, dit noem je materialen
In de methode schrijf je ook hoe je gaat waarnemen en  wat je met de waarnemingen gaat doen.

Slide 8 - Slide

werkplan 
Voor het werkplan zijn er vier regels:
  1. Schrijf stap voor stap op wat je gaat doen.
  2. Onderzoek één ding tegelijk. 
  3. Gebruik een proefgroep en een controlegroep
  4. Doe proeven altijd met gorte aantallen organismen.

Slide 9 - Slide

Uitvoering
Als het werkplan goed is, kun je beginnen aan de uitvoering.
Tijdens de uitvoering voer je je werkplan uit. 
Je houdt je zo precies mogelijk aan je werkplan.
Als je iets anders doet dan in het plan beschreven staat, maak daar dan een aantekening van.

Slide 10 - Slide

Waarnemingen en resultaten
Tijdens het onderzoek verzamel je de waarnemingen van je proefgroep en je controlegroep.
Je meet de waarnemingen en geeft ze weer in een schema, tabel en/ of diagram.

Dit zijn de resultaten van je onderzoek.

Slide 11 - Slide

Conclusie
Na afloop van de proef vergelijk je de resultaten van de proefgroep met de controlegroep.
Dan kun je een conclusie trekken.
De conclusie is het antwoord op je onderzoeksvraag.
Bijvoorbeeld:
Kiemplantjes die in het donker groeien, zijn na een paar dagen langer dan kiemplantjes die in het licht groeien.

Slide 12 - Slide

Discussie
Achteraf stel je vragen over je onderzoek.
Ging het onderzoek naar wens? Komt eruit wat ik verwacht had? Ging er iets fout? Wil ik nog meer onderzoek doen? Dit noem je de discussie.

Let op: het komt vaak voor dat de conclusie anders is dan in de hypothese. Ook dat is belangrijke informatie: je toont aan wat in ieder geval niet waar is. Het kan ook zijn dat het onderzoek zelfs helemaal mislukte. Dat is niet erg. Je leert ervan. Als je weet wat niet werkt, kun je ook bedenken wat dan wel zou werken. Dat kan een mooi vervolgonderzoek zijn.

Slide 13 - Slide

Even herhalen
Biologen hebben vaak een bepaalde vraag over iets.
Bij het vak biologie doe je vaak onderzoek.
Om antwoord te krijgen op die vraag doen zij onderzoek.
Een onderzoek bestaat uit een aantal vaste stappen.


Slide 14 - Slide

Onderzoek
De stappen van een onderzoek zijn:
1. De onderzoeksvraag: wat ga je onderzoeken?
2. De hypothese: wat denk je?
3. Het werkplan: wat heb je nodig en wat ga je doen?
4. De uitvoering: wat moet je doen?
5. De resultaten: wat neem je waar?
6. De conclusie: welke conclusie kan je trekken?
7. De discussie: Wat ging er goed/niet goed en hoe kan je dit verbeteren?

Slide 15 - Slide

Wat is de laatste stap van een onderzoek?
A
Discussie
B
Probleemstelling
C
Verwachting
D
Conclusie

Slide 16 - Quiz

Wat wordt er beschreven in het werkplan?
A
Wat je precies gaat doen, wat je nodig hebt, hoe je gaat waarnemen, wat je met de waarnemingen gaat doen
B
De onderzoeksvraag en de verwachting
C
De conclusie van het onderzoek
D
De resultaten van het onderzoek

Slide 17 - Quiz

Wat is een hypothese in een onderzoek?
A
Een voorspelling van de resultaten gebaseerd op bestaande kennis
B
Een vraag over het probleem van het onderzoek
C
Een conclusie na afloop van het onderzoek
D
Een beschrijving van het werkplan

Slide 18 - Quiz

Wat is een onderzoeksvraag?
A
Een vaag idee over het onderzoek
B
Een precieze vraag over wat je wil onderzoeken
C
Een conclusie na afloop van het onderzoek
D
Een hypothese over de resultaten

Slide 19 - Quiz

Wat is de eerste stap van een onderzoek?
A
Hypothese
B
Onderzoeksvraag
C
Werkplan
D
Uitvoering

Slide 20 - Quiz

Ik kan nu
  • uitleggen uit welke stappen een natuurwetenschappelijk onderzoek bestaat.
  • uitleggen hoe je resultaten van een onderzoek overzichtelijk kunt weergeven in een tabel of diagram.

Slide 21 - Slide

Aan het werk!
Lezen:
Theorie 1.6 Biologisch onderzoek
Maken:
 opdrachten 1 t/m 7

Slide 22 - Slide