This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 70 min
Items in this lesson
Clase 2 - Entre mar y montaña
El tema: viajar
Klassencode: TBAJV
Slide 1 - Slide
Reglas
Wanneer iemand praat, zijn we stil en luisteren we.
Bij binnenkomst groeten we de docent en gaan we volgens de plattegrond zitten.
we hebben altijd onze spullen mee (Tekstboek, werkboek A, studiewijzer, pen, laptop + oplader)
we hebben respect voor de mensen om ons heen.
We zitten niet aan spullen van anderen.
We steken onze vinger op wanneer wij een vraag hebben.
We komen op tijd in de les.
We maken ons huiswerk volgens de planning van de studiewijzer.
We maken er een gezellig en leerzaam jaar van.
Slide 2 - Slide
Overgangsdossier H3
Slide 3 - Slide
Capítulo 1: leerdoelen
- Je kunt de weg vragen of wijzen.
- Je kunt je naam spellen.
- Je kunt informatie vragen en geven.
- Je leert vocabulaire over gebouwen, activiteiten en de weg wijzen.
- Je kunt de presente en de presente perfecto gebruiken.
- Je kunt de gebiedende wijs, zowel bevestigend als ontkennend.
Slide 4 - Slide
los deberes fueron:
Estudiar:
- Vocabulario 1.1 y 1.2
- Gramática bron D
Hacer:
- Ejercicio 1, 2, 3, 4, 8 & 9
Eerder klaar met nakijken?
Haz ej. 5 y 7
Slide 5 - Slide
Presente y presente perfecto
Hablar
Comer
Vivir
Ik
Jij
hij/zij/
u/het
wij
jullie
zij
Slide 6 - Slide
Pretérito perfecto
1. Schrijf de werkwoorden
van de pretérito perfecto
op vanuit de video.
2. Zoek op wat deze werkwoorden betekenen.
Slide 7 - Slide
Pretérito perfecto
- Para hablar de una acción pasada, una acción que está finalizada, pero que ha ocurrido en un tiempo que todavía no ha finalizado.
Ejemplo:
1. Este veranohe ido a Barcelona.
2. He comido paella hoy.
3. Yo he viajado a Cataluña este año.
Slide 8 - Slide
Welke tijd is de pretérito perfecto?
A
Tegenwoordige tijd
B
toekomende tijd
C
Onvoltooid verleden tijd
D
Voltooid verleden tijd
Slide 9 - Quiz
Wat is een signaalwoord van de pretérito perfecto?
A
ayer
B
en 2011
C
hoy
D
las vacaciones pasadas
Slide 10 - Quiz
Het hulpwerkwoord bij de pretérito perfecto is:
A
Tener
B
Querer
C
Haber
D
Saber
Slide 11 - Quiz
Wat is een signaalwoord van de pretérito perfecto?
A
anoche
B
este año
C
el año pasado
D
hace un año
Slide 12 - Quiz
Hoe zeg je "ik heb de pretérito perfecto geleerd"?
A
he aprendido el pretérito perfecto
B
Ha aprendido el pretérito perfecto
C
Has aprendido el pretérito perfecto
D
He aprendiedo el pretérito perfect
Slide 13 - Quiz
A trabajar
1. Leer bron B (TB. P. 7)
2. Haz ejercicio 5, 6 y 7 (WB. P. 10, 11 y 12)
3. Haz ejercicio 12 y 13 (WB. P. 17, 18 y 19)
¿Terminaste?
- Estudia los verbos en el presente y pretérito perfecto en Verbuga. (elige unos verbos)
- Practica vocabulario 1.1 y 1.2
Slide 14 - Slide
Evaluatie les, Schrijf dit puntsgewijs op, zelfde manier als hoe de vraag staat. (onder elkaar met cijfer ervoor)
1. Noem één ding dat je makkelijk vond in deze les 2. Noem één ding dat je moeilijk vond. 3. Noem één ding dat je leuk/ interessant vond 4. Welk woord heb je geleerd?