De bijwoordelijke bepaling bestaat uit één woord of een woordgroepje. Deze bepaling geeft extra informatie over
het gezegde. Het zinsdeel vertelt bijvoorbeeld wanneer iets gebeurt, waarom iets zo is, hoe laat iets gebeurt, waardoor iets gebeurt, hoe iets gebeurt, etc. Iedere bijwoordelijke bepaling is een apart zinsdeel.
Deze opdracht bestaat uit tien verschillende vragen over de bijwoordelijke bepaling.