Les 5.2 Reactievergelijkingen opstellen (deel 2)

Planning
  • Nakijken opgave Nakijken 1, 5, 6 en 7 (vanaf blz 84)
  • 5.2 Reactievergelijkingen opstellen (deel 2)
  • Maken opgaven
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning
  • Nakijken opgave Nakijken 1, 5, 6 en 7 (vanaf blz 84)
  • 5.2 Reactievergelijkingen opstellen (deel 2)
  • Maken opgaven

Slide 1 - Slide

Nakijken 1, 5, 6 en 7 
(vanaf blz 84)

Slide 2 - Slide

1
  • 1 = mono
  • 2 = di
  • 3 = tri
  • 4 = tetra
  • 5 = penta 

Slide 3 - Slide

5

Slide 4 - Slide

5

Slide 5 - Slide

6a
  • N2O5 = distikstofpenta-oxide
  • SCl2 = (mono)zwaveldichloride
  • P2S5 = difosforpentasulfide
  • NO = (mono)stikstofmono-oxide
  • S2Cl2 = dizwaveldichloride

Slide 6 - Slide

6b
  • N2O5  bestaat uit 7 atomen
  • N2O5 bestaat uit 2 atoomsoorten
  • NO bestaat uit 2 atomen
  • NO bestaat uit 2 atoomsoorten

Slide 7 - Slide

7a
  • fosfortrichloride = PCl3
  • distikstofmono-oxide = N2O
  • fosforpentabromide = PBr5
  • koolstofmono-oxide = CO
  • fosfortri-jodide = PI3
  • joodtrichloride = ICl3

Slide 8 - Slide

7b
  • distikstofmono-oxide bestaat uit 3 atomen
  • distikstofmono-oxide bestaat uit 2 atoomsoorten
  • fosforpentabromide bestaat uit 6 atomen
  • fosforpentabromide bestaat uit 2 atoomsoorten

Slide 9 - Slide

Les 5.2 Reactievergelijkingen opstellen (deel 2)

Slide 10 - Slide

Reactievergelijking opstellen
  • Stap 1: schrijf reactieschema (in woorden!) op. 
  • Stap 2: zet alle woorden (van je reactieschema) om naar formules. 
  • Stap 3: Maak de reactievergelijking kloppend. 

  • Tip: als je het verhaaltje leest, kun je de (stof)namen en de (molecuul)formules onderstrepen. 

Slide 11 - Slide

Voorbeeldopdracht
Bij de productie van ijzer in een hoogoven reageert ijzeroxide (Fe2O3) met koolstof. De reactieproducten zijn ijzer en koolstofmonoxide. 
Geef de kloppende reactievergelijking.

Slide 12 - Slide

Voorbeeldopdracht
Bij de productie van ijzer in een hoogoven reageert ijzeroxide (Fe2O3) met koolstof. De reactieproducten zijn ijzer en koolstofmonoxide. 
Geef de kloppende reactievergelijking.
  • Stap 1: ijzeroxide + koolstof --> ijzer + koolstofmono-oxide
  • Stap 2:  Fe2O3 +  C --> Fe + CO
  • Stap 3: Fe2O3 + 3 C --> 2 Fe + 3 CO

Slide 13 - Slide

Maken 8 t/m 14 (vanaf blz 85)
Gebruik bij 11 de tabel op blz 73

Slide 14 - Slide

8
  • a) waterstof + zuurstof --> water
  • b) 2 H2(g) + O2(g) --> 2 H2O(g)

Slide 15 - Slide

9
  • Stap 1: fosfor + broom --> fosforpentabromide
  • Stap 2: P + Br2 --> PBr5 
  • Stap 3: 2 P + 5 Br2 --> 2 PBr5

Slide 16 - Slide

10
  • Stap 1: zinkoxide --> zink + zuurstof
  • Stap 2: ZnO --> Zn + O2 
  • Stap 3: 2 ZnO --> 2 Zn + O2

Slide 17 - Slide

11
  • a) C3H8 + 5 O2 --> 3 CO2+ 4 H2O
  • b) C5H12S + 9 O2 --> 5 CO2+ 6 H2O + SO2
  • c) C2H6O + 3 O2 --> 2 CO2 + 3 H2O
  • d) H2S2O3+ O2 --> H2O + 2 SO

Slide 18 - Slide

12
  • a) zuurstof
  • b) 2 KClO3 --> 2 KCl + 3 O2

Slide 19 - Slide

13
  • a) aluminiumoxide
  • b) 4 Al (s) + 3 O(g) --> 2 Al2O(g)

Slide 20 - Slide

14
  • a) fosfine + zuurstof  difosforpentaoxide + water
  • b) 2 PH3 + 4 O2 --> P2O5 + 3 H2O
  • c) CH4 + 2 O2 --> CO2 + 2 H2O

Slide 21 - Slide