What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Ontleden
Lezen periode 2: Je hebt een nieuw boek gekozen om te lezen voor periode 2.
timer
10:00
1 / 28
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
This lesson contains
28 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
2 videos
.
Lesson duration is:
90 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Lezen periode 2: Je hebt een nieuw boek gekozen om te lezen voor periode 2.
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Taalverzorging
Deel 1: ontleden
Slide 2 - Slide
Toets grammatica in toetsweek 2
Je kan zinnen ontleden, je herkent: persoonsvorm, onderwerp, werkwoordelijk gezegde, naamwoordelijk gezegde, lijdend voorwerp, meewerkend voorwerp, bijwoordelijke bepaling.
Je kan zinsdelen herkennen in zinnen.
Je kan werkwoorden vervoegen in de tegenwoordige tijd, verleden tijd en de voltooide tijd.
Je kan herkennen of een zin een samengestelde zin of een enkelvoudige zin is.
Je kan herkennen of een samengestelde zin bestaat uit een hoofdzin-hoofdzin, hoofdzin-bijzin, bijzin-hoofdzin.
Je herkent of de zin is geschreven in de lijdende of de bedrijvende vorm.
Je kan een gegeven zin veranderen in de andere vorm.
Je kan zelf een zin bedenken in de lijdende vorm. Je kan zelf een zin bedenken in de bedrijvende vorm.
Dit staat ook in Teams!
Slide 3 - Slide
Markeer in de volgende zinnen het onderwerp, lijdend voorwerp en/of meewerkend voorwerp.
De docent was vergeten de toets in Magister te zetten.
Ik heb Sanne een gedicht gestuurd.
De directeur gaf de leerling een uitbrander.
Volgorde:
1. Wie of wat + gezegde? = onderwerp
2. Wie of wat + gezegde + onderwerp? = lijdend voorwerp
3. Aan wie/voor wie + gezegde + onderwerp +(lijdend voorwerp)? = meewerkend voorwerp
Slide 4 - Slide
Eerst het onderwerp...
De docent
was vergeten de toets in Magister te zetten.
Ik
heb Sanne een gedicht gestuurd.
De directeur
gaf de leerling een uitbrander.
Volgorde:
1. Wie of wat + gezegde? = onderwerp
2. Wie of wat + gezegde + onderwerp? = lijdend voorwerp
3. Aan wie/voor wie + gezegde + onderwerp +(lijdend voorwerp)? = meewerkend voorwerp
Slide 5 - Slide
Het lijdend voorwerp...
De docent
was vergeten
de toets
in Magister te zetten.
Wie of wat was de docent vergeten? de toets
Ik
heb Sanne
een gedicht
gestuurd.
Wie of wat heb ik gestuurd? een gedicht
De directeur
gaf de leerling
een uitbrander
.
Wie of wat gaf de directeur? een uitbrander
Volgorde:
1. Wie of wat + gezegde? = onderwerp
2. Wie of wat + gezegde + onderwerp? = lijdend voorwerp
3. Aan wie/voor wie + gezegde + onderwerp +(lijdend voorwerp)? = meewerkend voorwerp
Slide 6 - Slide
Het meewerkend voorwerp...
De docent
was vergeten
de toets
in Magister te zetten.
Aan wie of voor wie was de docent vergeten?
geen antwoord op mogelijk
Ik
heb
Sanne
een gedicht
gestuurd.
Aan wie of voor wie heb ik een gedicht gestuurd?
aan Sanne
De directeur
gaf
de leerling
een uitbrander.
Aan wie of voor wie gaf de directeur een uitbrander?
aan de leerling
Volgorde:
1. Wie of wat + gezegde? = onderwerp
2. Wie of wat + gezegde + onderwerp? = lijdend voorwerp
3. Aan wie/voor wie + gezegde + onderwerp +(lijdend voorwerp)? = meewerkend voorwerp
Slide 7 - Slide
Nu een filmpje over:
-Wat een bijwoordelijke bepaling is
-Hoe je een bijwoordelijke bepaling kan vinden
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Bijwoordelijke bepaling
waar= bijwoordelijke bepaling van plaats
wanneer= bijwoordelijke bepaling van tijd
hoe = bijwoordelijke bepaling van reden
Slide 10 - Slide
Ik geef morgen een cadeau aan Linde.
Morgen ga ik naar mijn oma.
Hans zit op een mooi bankje.
Om half één ga ik naar de huisarts.
Ik zie een mooie, rode auto op het fietspad rijden.
Ontleed onderstaande zinnen.
Benoem de zinsdelen ow, pv, wwg, lv, mw en bwb.
Slide 11 - Slide
Ik / geef / morgen / een cadeau / aan Linde.
Morgen / ga / ik / naar mijn oma.
Hans / zit / op een mooi bankje.
Om half één / ga / ik / naar de huisarts.
Ik / zie / een mooie, rode auto/ op het fietspad / rijden.
Ontleed onderstaande zinnen.
Benoem de zinsdelen ow, pv, wwg, lv, mw en bwb.
ow
ow
ow
ow
ow
pv
pv
pv
pv
pv
wwg
wwg
wwg
wwg
wwg
wwg
lv
lv
mw
bwb
bwb
bwb
bwb
bwb
bwb
bwb
Slide 12 - Slide
Aan de slag
Je werkt zelfstandig aan de opdrachten op het uitgedeelde stencil.
Slide 13 - Slide
quizizz.com
Slide 14 - Link
Lezen periode 2: Je hebt een nieuw boek gekozen om te lezen voor periode 2.
timer
10:00
Slide 15 - Slide
Wat weet ik nog van de vorige les?
Slide 16 - Slide
create.kahoot.it
Slide 17 - Link
Taalverzorging
Deel 2:
werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
Ik word ongeduldig.
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde
Slide 20 - Quiz
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde: Hij schijnt ziek te zijn.
A
werkwoordelijk
B
naamwoordeljk
Slide 21 - Quiz
Het jongetje loopt naar school.
Is dit een werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 22 - Quiz
Willem is jarig geweest.
werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
A
werkwoordelijk
B
naamwoordelijk
Slide 23 - Quiz
Werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde?
Ik hoop dat je een fijn weekend gaat hebben.
A
werkwoordelijk gezegde
B
naamwoordelijk gezegde
Slide 24 - Quiz
Werkwoordelijk gezegde
Naamwoordelijk gezegde
1
2
3
4
5
6
Slide 25 - Drag question
Zelfstandig werken aan de oefeningen werkwoordelijk gezegde en naamwoordelijk gezegde.
Slide 26 - Slide
Lezen krantenartikel
Slide 27 - Slide
Schrijfopdracht:
Schrijf een dagboekfragment vanuit het perspectief van Benjamin of Artemis. Beschrijf:
Hoe jouw kamer eruitziet.
Hoe je je voelt in de opvang.
Wat je het meeste mist en waar je naar uitkijkt.
Hoe je de toekomst ziet.
Creatief : Maak ook een tekening van de ruimte waarin jouw personage zich bevindt, zoals deze in het artikel wordt beschreven.
Slide 28 - Slide
More lessons like this
Ontleden
November 2023
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Ontleden
2 days ago
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
SCC M4 L4 zinsleer bwb
October 2023
- Lesson with
31 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Grammatica zinsontleding
June 2022
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 2
Ontleden
November 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
wwg. ond, lv, mv en bwb + meervoud zelfstandige naamwoorden
18 days ago
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3,4
wwg. ond, lv, mv en bwb + meervoud zelfstandige naamwoorden
18 days ago
- Lesson with
20 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3,4
GR les 6: Zinnen maken
January 2022
- Lesson with
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2