Leerstrategieën

Beter leren met leerstrategieën
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Beter leren met leerstrategieën

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Op welke manier leer jij?

Slide 3 - Mind map

Vooruitkijken
Wat ga ik leren/doen en wanneer ga ik dit doen? 

  1. Wat moet je leren?
  2. Hoeveel tijd neemt het in beslag?
  3. Welke middelen heb je nodig? 

Slide 4 - Slide

Plannen
Je kiest de juiste aanpak om te leren --> effectiever leren
Hoe ga ik leren?

Wanneer ga je plannen?
Wanneer herhaal je de leerstof?

Slide 5 - Slide

Slim onthouden
1. Begrijpen
    Eerst begrijpen, dan pas verder gaan. De grote lijn          
    ontdekken.
2. Associëren / visualiseren
    Het één verbinden met het ander.
3. Herhalen
    Je hersenen onthouden beter als je vaak herhaalt. 

Slide 6 - Slide

1. Begrijpen
Tips om beter te begrijpen tijdens het leren:
- Leg iemand de leerstof uit. 
- Zoek op internet (vb. Youtube) naar een uitleg van iemand anders.
- Google woorden die je niet begrijpt. 
- Maak een spiekbriefje van dingen die je wilt onthouden. 

Slide 7 - Slide

1. Begrijpen
Je hersenen denken eerst in grote lijnen, dan pas in details. 

- Als je midden in een boek begint te lezen, begrijp je het waarschijnlijk niet. 
- Een puzzel is makkelijker als je eerst de randjes gelegd hebt. 

Slide 8 - Slide

2. Manieren van associëren
Associëren betekent: verbinden
Je kunt op verschillende manieren de leerstof associëren met iets dat je al kent:
- met geluiden
- met bewegingen
- met kleuren
Voorbeeld:
Bedenk een een kleur voor de botten die organen beschermen

Slide 9 - Slide

2. Visualiseren
Visualiseren = het maken van beelden en filmpjes in je hoofd. 

Beelden zijn makkelijker 
te onthouden dan een lap tekst. 
Denk maar eens 
aan je slaapkamer. 


Slide 10 - Slide

3. Herhalen
De vergeetcurve van Herman Ebbinghaus



Slide 11 - Slide

3. Herhalen
Je herhaalt de leerstof en oefent --> Hoe ga ik dit actief doen? 

  1. Om iets te onthouden moet je er iets voor doen
  2. Herhaal hardop of in gedachten
  3. Herhaal regelmatig voor opslag in langetermijngeheugen
  4. Koppel de informatie aan iets


Slide 12 - Slide

Koppel de informatie
Oefening
Leer en onthoud de volgende 16 woorden
Je hebt 40 seconden de tijd
timer
0:40

Slide 13 - Slide

Wat maken planten met fotosynthese?
A
Zuurstof en stikstof
B
Zuurstof en glucose
C
Glucose en stikstof
D
Koolstofdioxide en glucose

Slide 14 - Quiz

Fotosynthese vindt plaats in...
A
De bladgroenkorrels
B
Cytoplasma
C
Celkern
D
Celmembraan

Slide 15 - Quiz

Wat hebben planten nodig voor fotosynthese?
A
Alleen koolstofdioxide
B
Koolstofdioxide en water
C
Koolstofdioxide, water en zonlicht
D
Alleen zonlicht

Slide 16 - Quiz

Noteer de 20 woorden die je net hebt geleerd

Slide 17 - Open question




Hoeveel woorden wist je nog? 

Slide 18 - Slide

Leer en onthoud de volgende 20 woorden
Je hebt 40 seconden de tijd
timer
0:40

Slide 19 - Slide

Bij verbranding
A
verbruik je energie
B
krijg je energie
C
kost energie
D
kom energie vrij

Slide 20 - Quiz

Bij verbranding ontstaan...
A
Koolstofdioxide + Water + Energie
B
Glucose + Zuurstof
C
Glucose + Rook
D
Koolstofdioxide + Water

Slide 21 - Quiz

Wat is gezonder; ademhalen door je neus of ademhalen door je mond?
A
Door je neus
B
Door je mond

Slide 22 - Quiz

Wie doen er aan verbranding?
A
Alleen planten
B
Alleen dieren
C
Planten en dieren
D
Alle levende organismen

Slide 23 - Quiz

Als er meer verbranding is
A
heb je meer zuurstof en koolstofdioxide nodig
B
heb je meer zuurstof en water nodig
C
heb je meer zuurstof en glucose nodig
D
heb je meer koolstofdioxide en glucose nodig

Slide 24 - Quiz

Hoe verplaatst
koolstofdioxide
zich?
A
Van het longblaasje naar het bloedvat
B
Van het bloedvat naar het longblaasje

Slide 25 - Quiz

Noteer de 20 woorden die je net hebt geleerd

Slide 26 - Open question

Hoeveel woorden wist je nog?

Slide 27 - Slide

Herhalen
Wat kun je nog meer doen?
- Leer altijd maar een paar begrippen / woorden tegelijk.
- Herhaal na een pauze in 2 minuten wat je geleerd hebt. En doe dat de dag erna weer. 
- Herhaal door: te lezen, hardop te praten, te schrijven, te tekenen, te mindmappen en te oefenen!
- Herhaal: op de fiets, op de vloer, in bed, alleen of samen!


Slide 28 - Slide

Nog wat tips
- Verzin ezelsbruggetjes
- Maak een verhaal van de stof
- Visualiseer 
- Maak een mindmap

Slide 29 - Slide

Opdracht: brainstormen over herhalen

Slide 30 - Slide

Hoe kan je leerstof herhalen? Opdracht
  1. Bedenk in een groepje zoveel mogelijk manieren om de leerstof te herhalen
  2. Schrijf 3 manieren op die jou het meeste aanspreken   (top 3)

Slide 31 - Slide

De beste manier van herhalen

Slide 32 - Mind map

Wat is het nut van herhalen?

Slide 33 - Mind map

Zijn er vragen?
Zijn er vragen?

Slide 34 - Slide

Onthouden
Na deze les:
- Kun je feiten, rijtjes, begrippen en definities sneller en beter onthouden.
- Kun je van saaie informatie iets leuks maken.
- Weet je wat de drie stappen zijn om slim te onthouden.

Slide 35 - Slide

Hoe heb je het onthouden van de woordparen aangepakt?

Slide 36 - Open question

2. Associëren
Associëren betekent: verbinden

Je onthoudt dingen makkelijker als je ze 'verbindt' aan iets dat je al kent. 
Maak het leuk! Hoe gekker, hoe beter!
                                                  
                                                   https://youtu.be/VjE0Kdfos4Y

geluid

Slide 37 - Slide

Samengevat
1. Begrijpen: Voor je gaat leren moet je weten waar het over gaat. 
2. Associëren / visualiseren: Hoe meer informatie je associeert met dat wat je wil leren, hoe beter je de stof onthoudt. 
3. Herhalen: Herhaal dan regelmatig. Doe dit vaak!

Slide 38 - Slide

Zijn er nog vragen?

Slide 39 - Slide