§2 Zijn we gelijkwaardig? | Les 2

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Pluriforme Samenleving

1. Huiswerk
2. Lesdoelen
3. Instructie
4. Aan de slag

SOMtoday

• Opdracht 1 t/m 4 op pagina 195.
• Let op! Beantwoord vragen volledig!

VRAAG 1

Noem een overeenkomst en een verschil 

tussen een stereotype en een vooroordeel. 

Benoem in je antwoord duidelijk of het over 

een overeenkomst of een verschil gaat!

VRAAG 2a

Leg uit waarom de volgende bewering 

een voorbeeld van een stereotypering is: 

‘De jeugd van tegenwoordig 

denkt alleen maar aan zichzelf.’

Influencers

Docenten

VRAAG 3

Wanneer is er sprake van discriminatie?

Er kan meer dan één antwoord goed zijn.

1. Wanneer er sprake is van ongelijke behandeling van mensen of groepen mensen, op basis van kenmerken die er op dat moment niet toe doen.
2. mensen afwijkende gedragingen melden bij het Meldpunt Discriminatie.
3. Wanneer mensen of groepen mensen niet dezelfde waarden en normen delen.
4. Wanneer mensen openlijk hun afkeuring uitspreken over de waarden, normen en gedragingen van andere mensen.

VRAAG 4

Leg uit dat discriminatie zowel een 

persoonlijk als een maatschappelijk probleem is. 

Maak in je uitleg gebruik van 

twee gevolgen van discriminatie.

Benoem in je antwoord duidelijk of het over

een persoonlijk of een maatschappelijk 

probleem gaat, en wat de 2 gevolgen zijn!

1. Huiswerk
2. Lesdoelen
3. Instructie
4. Aan de slag

§2 | Zijn we gelijkwaardig?

Lesdoelen:

- Je kunt uitleggen hoe discriminatie, stereotypen

   en vooroordelen met elkaar samenhangen.

- Je kunt oorzaken en gevolgen van discriminatie herkennen en benoemen.

- Je kunt uitleggen waarom xenofobie en intolerantie

   het risico op discriminatie vergroten. 

1. Huiswerk
2. Lesdoelen
3. Instructie
4. Aan de slag

Wat is het verband tussen stereotypen, vooroordelen en discriminatie?

1. Discriminatie zorgt voor stereotypen en vooroordelen
2. Vooroordelen zijn onder andere gebaseerd op een stereotype beeld en kan leiden tot discriminatie
3. Stereotypen zijn gebaseerd op vooroordelen en kunnen leiden tot discriminatie.
4. Stereotypen zijn vooroordelen, zoals 'alle Amerikanen zijn dom'

Discriminatie is wettelijk NIET toegestaan.

Er staat in art. 1 

'op welke grond dan ook'.

Wat valt hier

nog meer onder?

Artikel 1 verbiedt alle vormen van discriminatie en 'op welke grond dan ook'. Laat leerlingen nadenken over welke ander gronden er zijn dan godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras of geslacht.

Institutionele discriminatie

Etnisch profileren

De eigen groep waar we een positief beeld over

hebben om het groepsgevoel te versterken (wij).

De groep die er niet bij hoort waar

we negatiever over denken (zij).

Polarisatie

'Wij' vs 'Zij' doordat tegenstellingen 

worden benadrukt.

Xenofobie

Als het wantrouwen naar het onbekende heel sterk is, spreken we van xenofobie.

(in)tolerantie

Wat is de boodschap

van deze video?

§2 | Zijn we gelijkwaardig?

Lesdoelen:

- Je kunt uitleggen hoe discriminatie, stereotypen

   en vooroordelen met elkaar samenhangen.

- Je kunt oorzaken en gevolgen van discriminatie herkennen en benoemen.

- Je kunt uitleggen waarom xenofobie en intolerantie

   het risico op discriminatie vergroten. 

1. Huiswerk
2. Lesdoelen
3. Instructie
4. Aan de slag

§2 | Zijn we gelijkwaardig?

Maken:

- Opdracht 7 en 10 op pagina 195 en 196.