- Kun je de lading van ionen uit je hoofd of vinden in de binas
- Kun je de verhoudingsformule van een zout opstellen
- Kun je zouten een naam geven
- Kun je een ion rooster tekenen
Slide 3 - Slide
Belangrijk! We sluiten het hoofdstuk zouten af met een proefwerk EN een PO --> een practicum toets die je in je eentje doet + theoretische vragen. Deze telt mee voor volgend jaar!
Slide 4 - Slide
Ten eerste: Wat zijn zouten ook alweer?
Slide 5 - Slide
Ten eerste: Wat zijn zouten ook alweer?
Combinatie van een metaal + niet metaal atoom
Slide 6 - Slide
Ten eerste: Wat zijn zouten ook alweer?
Combinatie van een metaal + niet metaal atoom
Zout opgebouwd uit ionen = geladen deeltjes
Lading ontstaat door te veel/weinig aan elektronen
elektronen = - geladen
Slide 7 - Slide
Zouten
Metalen = geven e weg --> + lading
niet-metalen = nemen e op --> - lading
Slide 8 - Slide
Hoe weet je wat de lading is?
Slide 9 - Slide
Hoe weet je wat de lading is?
- BiNaS tabel 99, rechts boven: oxidatie getallen
Dit is niet altijd handig om te gebruiken!
Kijk maar naar Broom, deze heeft een lading van -1
in de binas staat +1, +5 en -1.
Alleen handig als er maar 1 getal staat (zoals bij Magnesium)
wel handig: tabel 45A
Slide 10 - Slide
Het opbouwen van een zoutm:
Het zout zelf is ALTIJD neutraal
Dus er moeten evenveel + als - zijn
Slide 11 - Slide
Bijvoorbeeld een combinatie van Natrium en Chloor
Natrium lading:
Chloor lading:
Verhoudingsformule:
Naamgeving:
Slide 12 - Slide
Bijvoorbeeld een combinatie van Magnesium en chloor
Magnesium lading:
Chloor lading:
Verhoudingsformule:
Naamgeving:
Slide 13 - Slide
naamgeving
1. Eerst de naam van het metaal
2. dan het niet-metaal
3. eindigen op -ide
Hierbij gebruik je GEEN griekse telwoorden zoals mono di tri etc.
Slide 14 - Slide
Bij zouten gebruik je dus GEEN griekse telwoorden als di, tri, tetra etc.
Want we weten als dat het altijd neutraal geladen is, dus er is maar 1 combinatie mogelijk.
Slide 15 - Slide
Ion-rooster
+ en - trekken elkaar aan
= ionbinding
= heel erg sterk!
geladen deeltjes kunnen niet vrij
bewegen -> geen stroomgeleiding
in vaste fase
Slide 16 - Slide
Enkelvoudige ionen
1 atoomsoort
Mg2+, Ba2+, Cl-, F- etc.
Slide 17 - Slide
Samengestelde ionen
Hebben 2 of meer atoom soorten (niet-metalen)
met eigen triviale naam
Lading verschilt
Slide 18 - Slide
Samengestelde ionen
Hebben 2 of meer atoom soorten
carbonaat = CO32-
Sulfaat = SO42-
Slide 19 - Slide
Tabel 66B aan de rechterkant
Slide 20 - Slide
verhoudingsformule
bij samengestelde ionen gebruik je haken
Slide 21 - Slide
Bijvoorbeeld: magnesiumnitraat
Slide 22 - Slide
Bijvoorbeeld: magnesiumnitraat
Magnesium = Mg2+
Nitraat = NO3-
Dan heb je twee keer nitraat nodig
NIET: MgNO32
MAAR: Mg(NO3)2
Slide 23 - Slide
Laten we even oefenen, geef de verhoudingsformule van de volgende zouten
1. Natriumbromide
2. Kaliumoxide
3. Magnesiumsulfide
4. Lithiumjodide
5. tin(|V)fluoride
*hint --> romeinse cijfers in de naam kunnen de lading aangeven*
Slide 24 - Slide
Even zelf oefenen: geef de verhoudingsformule of de systematische naam
1. Ammoniumchloride
2. Zilverfosfaat
3. Na2SO4
4. Ca(ClO3)2
Slide 25 - Slide
Vind de fout in de volgende verhoudingsformules
1. CaBr
2. MgF3
3. Ba2S
4. Fe3O2 (vanuit Ijzer(|||)oxide)
Slide 26 - Slide
Weektaak deel 1
- Maken opdrachten Voorkennis H3 (opdracht 1 t/m 4 en 6, blz 62)
- Maken opdrachten Ionen en zouten (opdracht 7 t/m 11, 13 en 15, blz 64)