3.1 Ionen en zouten

Zouten
1 / 27
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with text slides.

Items in this lesson

Zouten

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
- We gaan beginnen met hoofdstuk 3: zouten
- kijken naar de ion binding en het ionrooster
- werken aan de verhoudingsformules van zouten  

Slide 2 - Slide

Aan het einde van de les
- Kun je de lading van ionen uit je hoofd of vinden in de binas
- Kun je de verhoudingsformule van een zout opstellen
- Kun je zouten een naam geven
- Kun je een ion rooster tekenen 

Slide 3 - Slide

Belangrijk! We sluiten het hoofdstuk zouten af met een proefwerk EN een PO --> een practicum toets die je in je eentje doet + theoretische vragen. Deze telt mee voor volgend jaar!

Slide 4 - Slide

Ten eerste: Wat zijn zouten ook alweer?

Slide 5 - Slide

Ten eerste: Wat zijn zouten ook alweer?

Combinatie van een metaal + niet metaal atoom

Slide 6 - Slide

Ten eerste: Wat zijn zouten ook alweer?

Combinatie van een metaal + niet metaal atoom

Zout opgebouwd uit ionen = geladen deeltjes 
Lading ontstaat door te veel/weinig aan elektronen 
elektronen = - geladen

Slide 7 - Slide

Zouten
Metalen = geven e weg --> + lading

niet-metalen = nemen e op --> - lading

Slide 8 - Slide

Hoe weet je wat de lading is?

Slide 9 - Slide

Hoe weet je wat de lading is?
- BiNaS tabel 99, rechts boven: oxidatie getallen

Dit is niet altijd handig om te gebruiken! 
Kijk maar naar Broom, deze heeft een lading van -1
in de binas staat +1, +5 en -1. 
Alleen handig als er maar 1 getal staat (zoals bij Magnesium) 
wel handig: tabel 45A

Slide 10 - Slide

Het opbouwen van een zoutm:
Het zout zelf is ALTIJD neutraal 
Dus er moeten evenveel + als - zijn



Slide 11 - Slide

Bijvoorbeeld een combinatie van Natrium en Chloor
Natrium lading:

Chloor lading:

Verhoudingsformule:
Naamgeving:

Slide 12 - Slide

Bijvoorbeeld een combinatie van Magnesium en chloor 
Magnesium lading:

Chloor lading:

Verhoudingsformule:
Naamgeving:

Slide 13 - Slide

naamgeving 
1. Eerst de naam van het metaal 
2. dan het niet-metaal 
3. eindigen op -ide

Hierbij gebruik je GEEN griekse telwoorden zoals mono di tri etc. 

Slide 14 - Slide

Bij zouten gebruik je dus GEEN griekse telwoorden als di, tri, tetra etc.

Want we weten als dat het altijd neutraal geladen is, dus er is maar 1 combinatie mogelijk.

Slide 15 - Slide

Ion-rooster
+ en - trekken elkaar aan
= ionbinding
= heel erg sterk!

geladen deeltjes kunnen niet vrij
bewegen -> geen stroomgeleiding
in vaste fase 

Slide 16 - Slide

Enkelvoudige ionen
1 atoomsoort
Mg2+, Ba2+, Cl-, F- etc.

Slide 17 - Slide

Samengestelde ionen 
Hebben 2 of meer atoom soorten (niet-metalen)

met eigen triviale naam 
Lading verschilt 

Slide 18 - Slide

Samengestelde ionen 
Hebben 2 of meer atoom soorten 

carbonaat = CO32-
Sulfaat = SO42-

Slide 19 - Slide

Tabel 66B aan de rechterkant 

Slide 20 - Slide

verhoudingsformule
 bij samengestelde ionen gebruik je haken 

Slide 21 - Slide

Bijvoorbeeld: magnesiumnitraat

Slide 22 - Slide

Bijvoorbeeld: magnesiumnitraat
Magnesium = Mg2+
Nitraat = NO3- 
Dan heb je twee keer nitraat nodig 
NIET: MgNO32
MAAR: Mg(NO3)2

Slide 23 - Slide

Laten we even oefenen, geef de verhoudingsformule van de volgende zouten
1. Natriumbromide
2. Kaliumoxide
3. Magnesiumsulfide
4. Lithiumjodide
5. tin(|V)fluoride
*hint --> romeinse cijfers in de naam kunnen de lading aangeven*

Slide 24 - Slide

Even zelf oefenen: geef de verhoudingsformule of de systematische naam
1. Ammoniumchloride
2. Zilverfosfaat

3. Na2SO4
4. Ca(ClO3)2

Slide 25 - Slide

Vind de fout in de volgende verhoudingsformules
1. CaBr
2. MgF3
3. Ba2S
4. Fe3O2 (vanuit Ijzer(|||)oxide) 

Slide 26 - Slide

Weektaak deel 1 
- Maken opdrachten Voorkennis H3 (opdracht 1 t/m 4 en 6, blz 62)
- Maken opdrachten Ionen en zouten (opdracht 7 t/m 11, 13 en 15, blz 64)

Slide 27 - Slide