Fase 1: de situatie en het dilemma.
1. Wat is precies de situatie? Kies een situatie uit jouw praktijk waarbij je het gevoel had dat er een dilemma is.
2. Wat zijn de ethische dilemma’s? En waarom en voor wie?
3. Heb je voldoende feitenkennis? Is het dossier voldoende duidelijk en heb je duidelijk onderscheid gemaakt tussen feitelijke -, normatieve - en subjectieve beweringen?