4B Transport BS3

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 3

Transport

Basisstof 3: De bloedvaten

Planning vandaag

Herhaling basisstof 2: De bloedsomloop en het hart

Uitleg basisstof 3: De bloedvaten

Aan de slag!

Planning thema

1. Bloed

2. De bloedsomloop en het hart

3. De bloedvaten

4. Hart- en vaatziekten

5. Weefselvloeistof en lymfe

Herhaling 

Toets thema 6 (8 februari)

Hoe loopt de kleine bloedsomloop?

Wat is de taak van de kleine bloedsomloop?

1. Hart --> hele lijf --> Hart, Zuurstof opname in bloed
2. Hart --> hele lijf --> Hart, Zuurstof afgeven aan cellen
3. Hart --> Longen --> Hart, Zuurstof opname in bloed
4. Hart --> Longen --> Hart, Zuurstof afgeven aan cellen

Welk nummer is de aorta?

Welk nummer is de linkerkamer die het meest gespierd is?

1. 4=Aorta, 10=Linkerkamer
2. 4=Aorta, 9=Linkerkamer
3. 5=Aorta, 10=Linkerkamer
4. 5=Aorta, 9=Linkerkamer

Wat is nummer 3?

Hoort deze bij de kleine of de grote bloedsomloop?

1. Bovenste Holle Ader, Kleine Bloedsomloop
2. Bovenste Holle Ader, Grote Bloedsomloop
3. Onderste Holle Ader, Kleine Bloedsomlooop
4. Onderste Holle Ader, Grote Bloedsomloop

Welke letter is de Longslagader?

Is deze zuurstofrijk of zuurstofarm?

1. P, Zuurstof arm
2. P, Zuurstof rijk
3. Q, Zuurstof arm
4. Q, Zuurstof rijk

Welke kleppen zijn dicht?

Welk deel van het hart pompt nu bloed?

1. Halvemaanvormige kleppen, Boezem pompt
2. Halvemaanvormige kleppen, Kamer pompt
3. Hartkleppen, Boezem pompt
4. Hartkleppen, Kamer pompt

De bloedvaten

Slagaders
Haarvaten
Aders

Slagaders

Van het hart af naar organen toe.

Dikke wand

Hoge bloeddruk

Diep in het lichaam

Longslagaders en aorta

Slagaders die
bloed vanaf de
hartkamers
vervoeren.

Aders

Vanaf de organen terug naar het hart

Dunne wand

Lage bloeddruk

Niet diep in het lichaam

Kleppen

Longaders en holle aders

Aders die
bloed terug 
naar de boezems
vervoeren.

Poortader

Veel glucose

Naamgeving bloedvaten

Orgaan + slagader of ader

Bijvoorbeeld:

Bloedvat dat naar een nier gaat.
Orgaan = Nier

Gaat naar een nier = Slagader

Nier + Slagader = Nierslagader

Aan de slag!

Maak: Samenvatting 
Waar te vinden? Handboek blz. 98. Werkboek blz. 108

Hoe? Eerste 10 minuten in stilte, hierna fluisterend in 2-tal.

Klaar? Maak opdracht 20 t/m 24

Ook klaar? Test jezelf van basisstof 1, 2 en 3 maken op het digitale lesmateriaal.

Kenmerken van de slagaders zijn:

1. hoge bloeddruk, dunne wanden, bevinden zich diep in het lichaam
2. hoge bloeddruk, dikke wanden, bevinden zich diep in het lichaam
3. lage bloeddruk, dunne wanden, bevinden zich aan de oppervlakte
4. lage bloeddruk, dikke wanden, bevinden zich aan de oppervlakte

Kenmerken van de aders zijn:

1. hoge bloeddruk, dunne wanden, bevinden zich diep in het lichaam
2. hoge bloeddruk, dikke wanden, bevinden zich diep in het lichaam
3. lage bloeddruk, dunne wanden, bevinden zich aan de oppervlakte
4. lage bloeddruk, dikke wanden, bevinden zich aan de oppervlakte

De poortader...

1. … loopt van het darmkanaal naar de lever
2. … loopt van de lever naar het hart
3. … heeft zuurstofrijk bloed
4. … bestaat niet

Teveel aan glucose in je bloed wordt opgeslagen in de vorm van glycogeen. Waar in je lichaam is glycogeen opgeslagen?

1. spieren en huid
2. spieren en lever
3. lever en huid
4. alleen in de lever

De bloeddruk in een ader is

1. laag
2. hoog

Wat is de holle ader?

1. 2
2. 1
3. 4
4. 7

Aders hebben aderkleppen.

1. waar
2. niet waar

De bloeddruk in een slagader is

1. laag
2. hoog

Is dit bloedvat een ader, haarvat of slagader?

1. Slagader
2. Haarvat
3. Ader

Wat is een slagader?

1. Slagader stroomt naar het hart toe
2. Slagader stroomt van het hart af
3. Slagaders zijn kleine bloedvaten in je lichaam

De poortader is:

1. Zuurstofrijk-voedingsstofrijk
2. Zuurstofrijk-voedingsstofarm
3. Zuurstofarm- voedingsstofrijk
4. Zuurstofarm- voedingsstofarm