This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Kraljic-matrix
Bedrijfsresultaat: Hoe belangrijk
is dit product voor het eindproduct
van de organisatie? Heeft het veel
invloed op de omzet?
Slide 1 - Slide
Kraljic-matrix
Leveringsrisico: Is het product
makkelijk te verkrijgen? Zijn er
veel leveranciers die dit product
kunnen leveren?
Slide 2 - Slide
hazelnoten voor Nutella, zijn een voorbeeld van een:
A
Routineproduct
B
Hefboomproduct
C
Knelpuntproduct
D
Strategisch product
Slide 3 - Quiz
onderdeel van de printer bij een autogarage, is een voorbeeld van een:
A
Routineproduct
B
Hefboomproduct
C
Knelpuntproduct
D
Strategisch product
Slide 4 - Quiz
Stuur voor de F1-wagen van Max Verstappen, is een voorbeeld van een:
A
Routineproduct
B
Hefboomproduct
C
Knelpuntproduct
D
Strategisch product
Slide 5 - Quiz
Zara en H&M maken gebruik van
A
fabrikantenmerken
B
distribuantenmerken
Slide 6 - Quiz
Distribuantenmerk wordt ook wel winkelmerk genoemd
Voorbeelden van distribuantenmerk zijn huismerk/private label en eigen merk
Slide 7 - Slide
A
Eigen merk
B
Huismerk
C
Private merk
D
A-merk
Slide 8 - Quiz
Eigen merk
Eigen merk is een merk dat alleen in een bepaalde winkel te verkrijgen is, maar niet de naam van die winkel draagt. Dus het is geen huismerk, want die draagt wel de naam van de winkel.
Slide 9 - Slide
Wat betekent corporate branding?
A
het inzetten van je bedrijfsnaam als merk in al je communicatie naar stakeholders
B
gebruiken van een andere merknaam
C
meerdere merken hebben
D
zakelijke communicatie
Slide 10 - Quiz
Lengte
Breedte
Diepte
Hoogte
Slide 11 - Drag question
line extension
brand extension
co-branding
Slide 12 - Drag question
Slide 13 - Slide
concurrentiegeoriënteerde prijsstrategie
vraaggeoriënteerde prijsstrategie
kostengeoriënteerde prijsstrategie
afroomprijsstrategie (skimming)
penetratieprijsstrategie
Bij de introductie van een product een hoge prijs om de kosten snel terug te verdienen. Na verloop van tijd daalt de prijs geleidelijk.
De prijs van de concurrenten geldt als uitgangspunt.
Eerst een lage prijs hanteren en na verloop van tijd veranderen in een hogere prijs zodra marktaandeel op de concurrenten is gewonnen.
Je neemt de kosten als basis voor je verkoopprijs.
De klant staat centraal. Hierbij bepaal je de prijs op basis van wat potentiële klanten bereid zijn te betalen voor het product en hoeveel vraag ernaar is.
Slide 14 - Drag question
Productlevenscyclus
Slide 15 - Slide
In welke fase van de productlevenscyclus zijn de productiekosten per product het hoogst?
A
In de volwassenheidsfase
B
In de groeifase
C
In de introductiefase
D
In de verzadigingsfase
Slide 16 - Quiz
In welke fase van de productlevenscyclus is de concurrentie het grootst?
A
Groeifase
B
Introductiefase
C
Neergangsfase
D
Verzadigingsfase
Slide 17 - Quiz
Deze toiletborstel is nieuw op de markt. In welke fase zit dit product?