Anatomie, cel en weefsels

Cellen en weefsels
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Gezondheidskunde, AnatomieBeroepsopleidingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Cellen en weefsels

Slide 1 - Slide

Agenda
  • Bespreken invulopdracht vorige week
  • Uitleg over cellen en weefsels
  • Zelfstandig werken (in verschillende groepen) aan gekozen lesvorm
  • Nabespreken gekozen lesvorm
  • Les afsluiten

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Je kunt beschrijven hoe een cel, weefsels en organen zijn opgebouwd.

Je kan benoemen wat de functie van de verschillende celorganen is.

Je herkent de verschillende weefsels, benoemt de functie en weet waar in het lichaam de weefsels voorkomen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Mitose, gewone celdeling

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Opdracht
Jullie maken een tekening van een menselijk cel, met alle  celorganellen en hun functie.
De opdracht voer je in tweetallen uit.
Je krijgt 10 minuten de tijd.

Slide 8 - Slide

De mens is opgebouwd uit vele miljarden cellen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

De celkern is het grootste onderdeel van een cel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Waaruit bestaan chromosomen?
A
DNA
B
Weefsel
C
Cellen
D
Celkern

Slide 11 - Quiz

Weefsel
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie, bijv. 
  • spierweefsel
  • beenweefsel

Slide 12 - Slide

Welke weefsels zie je + functie?

Slide 13 - Slide

Het dierlijk lichaam is opgebouwd uit cellen. Groepjes cellen met dezelfde vorm en functie noemen we Weefsels. 
Hierboven zie je 4 verschillende soorten weefsels maar er zijn er nog veel meer.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Uit welke 4 soorten weefsels bestaat je lichaam?

Slide 16 - Open question

Weefsels
- Dekweefsel: epitheel en klierweefsel
- Steunweefsel: bindweefsel, kraakbeenweefsel, botweefsel, vloeibaar steunweefsel
- Spierweefsel: dwarsgestreept spierweefsel, glad spierweefsel en hartspierweefsel
- Zenuwweefsel: zenuwcellen en steuncellen

Slide 17 - Slide

De juiste volgorde van groot naar klein:
A
orgaan, cel, weefsel
B
weefsel, orgaan, cel
C
cel, weefsel, orgaan
D
orgaan, weefsel, cel

Slide 18 - Quiz

Een groep cellen met dezelfde vorm en functie
A
Organen
B
Orgaanstelsels
C
Weefsels
D
Cellen

Slide 19 - Quiz

Wat heb je geleerd
over cellen en weefsels?

Slide 20 - Mind map

Lesdoelen
Je kunt de bouw van cellen, weefsels en organen beschrijven.

Je kan benoemen wat de functie van de verschillende celorganen is.

Je herkent de verschillende weefsels, benoemt de functie en weet waar in het lichaam de weefsels voorkomen.

Slide 21 - Slide

Wat ging er goed deze les?
Wat ging er niet zo goed deze les?

Slide 22 - Slide