This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Heb je vertrouwen in de toets?
A
Makkelijk
B
Zes is prima
C
Rond de vijf
D
Ben er bang voor
Slide 1 - Quiz
Hoeveel sommen uit het boek heb je al gemaakt?
A
10+
B
10-5
C
4-1
D
Ik ga dit weekend beginnen :)
Slide 2 - Quiz
Wat is het Nash-evenwicht in de bezorgoorlog?
A
Bob zaterdag
Petra zaterdag
B
Bob zaterdag
Petra vrijdag
C
Bob vrijdag
Petra zaterdag
D
Bob vrijdag
Petra vrijdag
Slide 3 - Quiz
Bij welke strategieën is sprake van het Nash-evenwicht?
A
Action4U; meedoen Termin8or; meedoen
B
Action4U; n. meedoen
Termin8or; meedoen
C
Action4U; n. meedoen
Termin8or; n. meedoen
D
Er is geen Nash-evenwicht
Slide 4 - Quiz
Het plaatje hiernaast is de geldkringloop. Om welke geldstroom gaat het bij de pijl met nr. 2?
A
Consumptie-uitgaven
B
Inkomens
C
Spaargeld
D
Bedrijfskrediet
Slide 5 - Quiz
Gezinnen
Bedrijven
Inkomen (Y)
consumeren (C)
Slide 6 - Drag question
Het plaatje hiernaast is de geldkringloop. Om welke geldstroom gaat het bij de pijl met nr. 2?
A
Consumptie-uitgaven
B
Inkomens
C
Spaargeld
D
Bedrijfskrediet
Slide 7 - Quiz
Vorige les
Les 4
Macro-economische identiteit
Slide 8 - Slide
Macro economische identiteiten
Gezinnen: Y = C + B + S
Bedrijven: Y = C + I + O + E - M
Financieringssaldo overheid: B-O
Particulier Spaarsaldo: S - I
Nationaal Spaarsaldo: (S-I) + (B-O)
Uitvoersaldo: E - M
S - I + B - O = E - M
Slide 9 - Slide
Doel van de les:
Nationale rekeningen opstellen
Slide 10 - Slide
De nationale rekeningen
De economische kringloop in boekhoudkundig beschrijven.
Een kwantitatief overzicht van het economisch proces in een bepaalde periode:
bedrijven
gezinnen
financiele instellingen
overheid
buitenland
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
(O-B)
(E-M)
Slide 14 - Slide
(O-B)
Slide 15 - Slide
(E-M)
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Uitwerking
voorbeeld
Slide 18 - Slide
B
C
E
Bedrijven
Overheid
Gezinnen
Slide 19 - Drag question
Heeft de overheid een tekort of een overschot?
A
tekort
B
overschot
Slide 20 - Quiz
Slide 21 - Slide
Hoeveel besparen de gezinnen?
A
0
B
10
C
35
D
6
Slide 22 - Quiz
Met welke letter en/of lettercombinatie kun je het particulier spaarsaldo aflezen?
A
c-d
B
C-a
C
g
D
i-j
Slide 23 - Quiz
Het particulier spaarsaldo is
A
0
B
6
C
12
D
-1
Slide 24 - Quiz
particulier spaarsaldo bedraagt
A
1
B
9
C
8
D
-1
Slide 25 - Quiz
Het nationaal spaarsaldo bedraagt
A
1
B
2
C
0
D
8
Slide 26 - Quiz
Bij de economische kringloop wordt gebruik gemaakt van de volgende symbolen: Y, C, B, O, S, I, E & M.
Wat is de formule van de macro-economische identiteit van de gezinnen?
Slide 27 - Open question
Macro economische identiteiten
(uit je hoofd leren!)
Gezinnen: Y = C + B + S
Bedrijven Y = C + I + O + E - M
Overheid: B - O
Particulier Spaarsaldo S - I
Nationaal Spaarsaldo S - I + B - O
Uitvoersaldo E - M
S - I + B - O = E - M
Slide 28 - Slide
Het nationaal spaarsaldo bedraagt
A
0
B
6
C
12
D
-1
Slide 29 - Quiz
De macro-identiteit voor de bedrijven is
A
Y =C+I+O+E+M
B
Y=C+I+O+E-M
C
Y=C+B+S
D
Y-M=C+I+O+E
Slide 30 - Quiz
Met welke letter en/of lettercombinaties kun je het nationaal spaarsaldo aflezen?
A
c-d
B
g-i-j
C
i-j
D
g
Slide 31 - Quiz
Bij de economische kringloop wordt gebruik gemaakt van de volgende symbolen: Y, C, B, O, S, I, E & M.
Wat is de formule van de macro-economische identiteit van de bedrijven?
Slide 32 - Open question
timer
2:30
A
Belastingen: 130
B
Belastingen: 140
C
Belastingen: 150
D
Belastingen: 160
Slide 33 - Quiz
timer
2:30
A
Export: 130
B
Export: 140
C
Export: 150
D
Export: 160
Slide 34 - Quiz
1c. Laat zien dat het spaarsaldo van de particuliere sector en het saldo van de overheid gelijk zijn aan het saldo van het buitenland (saldo op de lopende rekening).
timer
2:30
Slide 35 - Open question
1 d. Teken de kringloop
timer
3:00
Slide 36 - Slide
1e. Stel de nationale rekeningen op voor het jaar 2019.
timer
1:00
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Slide
2 d. Teken de kringloop
timer
3:00
Slide 39 - Slide
2e. Stel de nationale rekeningen op voor het jaar 2019.