What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
3 Grieks participium les 27
3 Grieks participium les 27
1 / 9
next
Slide 1:
Slide
Grieks
Voortgezet speciaal onderwijs
Middelbare school
Leerroute 3
Leerjaar 1
This lesson contains
9 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
3 Grieks participium les 27
Slide 1 - Slide
Kies de juiste NGG van dit participium en vertaal: γαμησας
A
nom. sg. m. nadat hij was getrouwd
B
nom. sg. v. nadat zij was getrouwd
C
acc. sg. m. nadat hij was getrouwd
D
acc. pl. f. nadat zij waren getrouwd
Slide 2 - Quiz
Kies de juiste NGG van dit participium en vertaal: ἐρων
A
gen. pl. m. terwijl zij verliefd zijn
B
nom. sg. m. terwijl hij verliefd is
C
nom. sg. f. terwijl zij verliefd is
D
gen. pl. f. terwijl zij verliefd zijn
Slide 3 - Quiz
Kies de juiste NGG van dit participium en vertaal: ἀποθανουσαν
A
acc. pl. f. nadat zij waren gestorven
B
acc. sg. m. nadat hij was gestorven
C
acc. pl. m. nadat zij waren gestorven
D
acc. sg. f. nadat zij was gestorven
Slide 4 - Quiz
Kies de juiste NGG van dit participium en vertaal: ᾄδων
A
nom. sg. f. terwijl zij zingt
B
nom. pl. m. terwijl zij zingen
C
nom. sg. m. terwijl hij zingt
D
gen. pl. m. terwijl zij zingen
Slide 5 - Quiz
Kies de juiste NGG van dit participium en vertaal: κλαων
A
nom. pl. m. terwijl zij wenen
B
nom. sg. m. terwijl hij weent
C
gen. pl. m. terwijl zij wenen
D
nom. pl. f. terwijl zij weent
Slide 6 - Quiz
Kies de juiste NGG van dit participium en vertaal: ἐρωτων
A
nom. sg. m. terwijl hij vraagt
B
gen. sg. m. terwijl hij vraagt
C
gen. pl. m. terwijl zij vragen
D
nom. pl. m. terwijl zij vragen
Slide 7 - Quiz
Kies de juiste NGG van dit participium en vertaal: νικησας
A
nom. sg. m. nadat hij had overwonnen
B
acc. pl. f. nadat zij hadden overwonnen
C
acc. sg. f. nadat zij had overwonnen
D
nom. pl. m. nadat zij hadden overwonnen
Slide 8 - Quiz
Kies de juiste NGG van dit participium en vertaal: ἄρχοντας
A
acc. sg. m. terwijl hij heerst
B
acc. pl. f. terwijl zij heersen
C
nom. pl. m. terwijl zij heersen
D
acc. pl. m. terwijl zij heersen
Slide 9 - Quiz
More lessons like this
27 Tekst
April 2022
- Lesson with
19 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
27 tekst tm r. 11
April 2022
- Lesson with
26 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
3GR Argo Tekst 27 Deel 1
November 2021
- Lesson with
31 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
De semi-deponente werkwoorden
April 2020
- Lesson with
10 slides
Latijn en Grieks
Secundair onderwijs
ARGO Herhaling thema 6 participium
September 2022
- Lesson with
17 slides
Grieks en Latijn
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4
part. aorist: vertalen
September 2023
- Lesson with
21 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
part. aorist: vertalen
4 days ago
- Lesson with
21 slides
Grieks
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
ARGO Herhaling thema 6 participium
April 2023
- Lesson with
20 slides
Grieks en Latijn
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4