1.5.1 Je kunt van een aantal meetapparaten uitleggen waarvoor je ze gebruikt.
1.5.2 Je kunt het verschil uitleggen tussen analoge en digitale meetapparatuur.
1.5.3 Je kunt beschrijven wat een grootheid en wat een eenheid is.
1.5.4 Je kunt de tijd aflezen op een stopwatch en een stopklok.
1.5.5 Je kunt een lengte meten in centimeter en millimeter.
1.5.6 Je kunt centimeter en millimeter naar elkaar omrekenen.