- Een
persoonlijk voornaamwoord duidt een persoon of ding aan.
- Een bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is.
- Het enige wederkerige voornaamwoord is: elkaar (soms geschreven als mekaar of elkander)
- Bij een wederkerend voornaamwoord keert het onderwerp in de zin weder (het komt terug). Het hangt van het onderwerp af, welk voornaamwoord je gebruikt. Ik schaam me en jullie schamen je.