Les 4 observeren

• Pedagogisch werk
• MBO
• Studiejaar 1

Welkom!

Wat gaan we vandaag doen?

Herhaling vorige week

Observeren

Afsluiten

Waarom is het belangrijk om te weten in welke ontwikkelingstaak een kind/jongere zit?

Hoeveel ontwikkelingsaspecten (gebieden) zijn er?

1. 4
2. 5
3. 6
4. 7

Welke 6 ontwikkelingsaspecten (gebieden) zijn er?

00:05

Aan welke ontwikkelingsaspect hebben deze kinderen zojuist gewerkt?

00:32

Welke ontwikkelingsaspecten zijn zojuist genoemd?

01:12

Er wordt hier gesproken over:

1. Maatschappelijke verandering
2. Technologische verandering
3. Maatschappelijke en technologische verandering
4. Geen van beide

02:06

Welke ontwikkelingsaspecten heb je hier gehoord?

Observeren

• Waarom observeren?
• Wanneer observeren?
• Welke methodes?

Wat zie je

Wat zie je?

Opdracht

Wat: observatiemethode bespreken 

Hoe: in groepjes van 4 (verschillende methode)

Hulp: observatiemethode vanuit het werkveld

Tijd: 15 min.

Uitkomst: je hebt kennisgemaakt met observatiemethodes

Klaar: maak de theorie bij B1-K1-W2 in ThiemeMeulenhoff

Waarnemen

• Bewust en onbewust met alle zintuigen.

  

• Onvolledig waarnemen
  
• Je kunt niet alles (tegelijkertijd) zien.
  
• Verschillend waarnemen
  
• Je kunt iets anders zien dan anderen.
  
• Onjuist waarnemen
  
• Verkeerd waarnemen, je ziet het later toch anders.

Waarnemen

• Selectieve waarneming 
• Je ziet gedrag vanuit je verwachtingen en wat je eerder hebt gezien. Je kiest wat je ziet.

• Projectie 
• Gedrag of eigenschappen die je zelf hebt herken je eerder bij een ander dan eigenschappen die je zelf niet hebt.
  

Observeren

• Subjectief -> Je beschrijft je mening, eerdere ervaringen, meningen, gedachten.

• Objectief -> Je hebt precies beschreven wat je ziet.

• Kwantitatief -> Je turft hoe vaak je iets ziet.

• Kwalitatief -> Je schrijft alles voluit.

Oefenen

Wat: kwantitatief observeren

Hoe: loop 1 rondje door de school, met turfkaart

Hulp: pen, turfkaart

Tijd: 5min.

Uitkomst: je hebt ervaren hoe kwantitatief observeren werkt

Klaar: maak de theorie bij B1-K1-W2 in ThiemeMeulenhoff 

Opdracht

Wat: observatie beoordelen op objectiviteit

Hoe: met de observatie van een medestudent

Hulp: stift, pen

Tijd: 10 min.

Uitkomst: je hebt feedback gegeven en gekregen

Klaar: maak de theorie bij B1-K1-W2 in ThiemeMeulenhoff

Dit heb ik deze les geleerd:

Welkom!

Wat gaan we doen

Herhaling vorige week

Rapporteren

Afsluiten

1. S. is altijd te laat.
2. M. heeft een rode broek aan.

1. 1 is objectief 2 is subjectief
2. 1 is subjectief 2 is objectief
3. 1 en 2 zijn objectief
4. 1 en 2 zijn subjectief

Welke 3 waarnemingsfouten zijn er?

Wat is projectie?

Rapporteren

• Wat is een rapportage?
• Waarom rapporteren?
• Waar moet je rekening mee houden?

Welke stappen doorloop je?

1. Beschrijf een beginsituatie.
2. Je voert een observatie en onderzoek uit.
3. Je rapporteert waar het kind nu qua ontwikkeling zit.
4. Beschrijf waar je deze informatie vandaan hebt (bronnen).
5. Je rapporteert waar het kind volgens de theorie zou zitten.
6. Beschrijf de conclusie.
7. Beschrijf de begeleidingsbehoefte/vraag.

Opdracht

Wat: rapportage maken

Hoe: met behulp van de observatie van het kind/de jongere

Hulp: theorie ontwikkelingspsychologie

Tijd: de rest van de les

Uitkomst: rapportage 

Klaar: maak de theorie bij B1-K1-W2 in ThiemeMeulenhoff

Dit heb ik vandaag geleerd: