3.1 - Internationale handel

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Vroege Middeleeuwen 

3.1 Internationale handel

Huiswerk

 - Leren 77 - 78

- Maken 4 en 7

Moeilijkheden tav huiswerk?

Als je een omschrijving zou moeten geven van hofstelsel, welke drie woorden heb je dan zeker nodig?

Een boer die geen eigen land heeft, land pacht en ook op diensten moet leveren aan de heer, is een:

1. horige
2. vrije boer
3. lijfeigene

Invulopdracht kenmerkend aspect:
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een ..... agrarische cultuur, georganiseerd via ..... en horigheid

1. moderne - bestuur
2. zelfvoorzienende - hofstelsel
3. zelfvoorzienende - bestuur
4. moderne - hofstelsel

Wat is een domein?

Vroege Middeleeuwen 

3.1 Internationale handel

Lesdoelen

• Aan het einde van de les kun je:
• Uitleggen wat het belang van Dorestad was
• Beredeneren of deze plaats regel of uitzondering symboliseert

01:18

In de buurt van welke plaats lag Dorestad?

03:04

Dorestad lag gunstig voor de handel, omdat het lag ....

1. bij een kruispunt van wegen
2. bij een kasteel en dus veiligheid bood
3. bij een splitsing van rivieren
4. bij een klooster en daar veel geld kon verdienen

04:54

Dorestad had op z'n hoogtepunt:

1. 10.000 inwoners
2. 5.000 inwoners
3. 400 inwoners
4. 3.000 inwoners

06:00

Inschattingsvraag: waar zijn de zwaarden van deze maker gevonden?

1. In Noord West Europa
2. In de huidige Benelux
3. Rond het huidige Wijk bij Duurstede
4. In heel Europa

08:11

De eigenaar van deze fibula was dus een aanhanger van...

1. de Germaanse goden
2. de katholieke god
3. de Romeinse goden
4. de lokale natuurgoden

09:20

Wat had de stad Dorestad dat Vikingen aantrok?

1. welvaart
2. vis
3. wapens
4. vrouwen

Dorestad zoals we het net hebben gezien was in de Vroege Middeleeuwen een normale stad

1. Zeker!
2. Nee hoor

In 2014 werd in Utrecht bij werkzaamheden op het Domplein een schat gevonden. Er werden 52 gouden en 12 zilveren munten opgegraven die afkomstig waren uit de periode 560-700. De gouden munten waren voornamelijk in Utrecht zelf geslagen. De zilveren  munten waren sceatta’s, een betaalmiddel dat in meer Noord-Europese steden werd gebruikt.  

De vondst van deze schat nuanceert het gangbare beeld van de vroege middeleeuwen.  

2p 5 Noem dit gangbare beeld van de vroege middeleeuwen en toon aan dat de vondst dit beeld nuanceert. 

5 maximumscore 2

Kern van een juist antwoord is:

• In West-Europa bestond vrijwel geen handel / was de geldeconomie verdwenen 1

• Doordat er in Utrecht (gouden) munten werden geslagen was er

blijkbaar wel sprake van handel / was de agrarisch-stedelijke cultuur in de vroege middeleeuwen in Utrecht nog niet geheel verdwenen / was de samenleving rijker dan werd aangenomen 1

Lesdoelen

• Aan het einde van de les kun je:
• Uitleggen wat het belang van Dorestad was
• Beredeneren of deze plaats regel of uitzondering symboliseert

Huiswerk

• Leren 3.1
• Maken 8 en 10