Verleden tijd sterke werkwoorden
Veranderen van klank: je schrijft op wat je hoort.
Lopen- hij loopt - liep - liepen - gelopen
Zingen - hij zingt - zong -zongen- gezongen
Gelden - het geldt-gold-golden- gegolden
Lijden-hij lijdt- leed- geleden
Spreken- hij spreekt-hij sprak-gesproken
Kopen-hij koopt-kocht-gekocht
Veel mogelijkheden: vind je dit lastig, oefen extra in 2.9 met Versterk jezelf