formatieve toets Verlichting

Gebruik bron 1.
Deze opvattingen van Rousseau worden als kenmerkend gezien voor de Verlichtingsidealen. Toon, met een verwijzing naar de bron, aan dat Rousseau de Verlichtingsidealen omarmt.
1 / 12
next
Slide 1: Open question
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Gebruik bron 1.
Deze opvattingen van Rousseau worden als kenmerkend gezien voor de Verlichtingsidealen. Toon, met een verwijzing naar de bron, aan dat Rousseau de Verlichtingsidealen omarmt.

Slide 1 - Open question

Bron 1
De filosoof Jean Jacques Rousseau schrijft in 1762 in zijn boek Emile, ou l'éducation (Emile, of de opvoeding):


Tot nu toe heb ik geen onderscheid gemaakt tussen standen, rang en fortuin. En ik zal dit in het vervolg ook niet doen, omdat alle mensen gelijk zijn, tot welke stand zij ook behoren: de rijke heeft geen grotere maag dan de arme en hij verteert zijn voedsel niet beter; de meester heeft geen langere of sterkere armen dan zijn slaaf; een aanzienlijke is niet aanzienlijker dan een man uit het volk; kortom: omdat de natuurlijke behoeften overal hetzelfde zijn, moeten de middelen om erin te voorzien ook overal dezelfde zijn. Alleen de natuur geeft de mens onuitwisbare eigenschappen en de natuur maakt noch prinsen, noch rijken, noch grote heren.

Slide 2 - Slide

-50
500
1000
1500
Renaissance
Christendom verovert
 Europa
agrarische revolutie
Reformatie
Wetenschappelijke 
revolutie
Verlichting

Slide 3 - Drag question

Gebruik bron 2.
De opvattingen van markies De Condorcet zijn een voorbeeld van de nieuwe manier van denken in de achttiende eeuw. Noem een kenmerk van deze manier van denken en leg uit hoe dit in de opvattingen van de markies naar voren komt.

Slide 4 - Open question

Bron 2
In 1792 schrijft markies de Condorcet, een Franse edelman:
We moeten ervan uitgaan dat de vooruitgang van de rede gelijk op zal gaan met de vooruitgang in de kunsten en wetenschappen. Dat bijvoorbeeld de voortgang van de geneeskunde (...) uiteindelijk zal resulteren in de vernietiging van alle besmettelijke en overdraagbare ziekten en ook van de ziekten die het gevolg zijn van klimaat, voedsel en de belasting door de dagelijkse werkzaamheden (...). Is het daarom raar te veronderstellen dat de verbeterbaarheid van het lot van de mens ook geen grenzen kent?

Slide 5 - Slide

Lees en kijk naar de bron. Leg uit dat de bron een voorbeeld is van verlicht absolutisme

Slide 6 - Open question

1
2
3
4
5
In de Utrechtse Buurtkerk worden alle schilderingen en beelden gesloopt
Columbus 'ontdekt' de nieuwe wereld
Van Leeuwenhoek ontwikkelt de eerste microscoop
Montesquieu formuleert de theorie over de Trias Politica
Paus Urbanus II roept op tot kruistochten richting Jeruzalem

Slide 7 - Drag question

Gebruik bron 3.
De opvatting van Frederik de Grote in deze bron past bij het verlicht absolutisme.

Slide 8 - Open question

Bron 3
In 1777 schrijft de Pruisische koning Frederik de Grote over de manier waarop een land moet worden bestuurd:
De koning is de vertegenwoordiger van de staat. Hij en zijn volk vormen samen één lichaam, dat alleen gelukkig kan zijn als de afzonderlijke delen door eensgezindheid bij elkaar worden gehouden. De vorst is voor de samenleving wat het hoofd is voor het lichaam: hij moet voor de hele gemeenschap zien, denken en optreden om haar alle gewenste voordelen te verschaffen. Als men wil dat het koningschap het wint van de republikeinse staatsvorm, dan staat de opdracht van de koning vast: hij moet energiek en eerlijk zijn, en al zijn krachten gebruiken om de taak die hem is opgelegd te vervullen.

Slide 9 - Slide

Gebruik bron 4.
Uit dit testament kun je concluderen dat Lodewijk XVI hoopt dat het absolutisme blijft bestaan in een verlichte vorm. Leg dat uit.

Slide 10 - Open question

Bron 4
Tijdens de Franse democratische revolutie wordt de Franse koning Lodewijk XVI afgezet en ter dood veroordeeld. Op 25 december 1792 schrijft de koning, in afwachting van de voltrekking van de doodstraf, zijn politiek testament:
Ik vergeef met heel mijn hart diegenen die zich tot mijn vijanden hebben gemaakt zonder dat ik hun daarvoor enige reden heb gegeven en bid God om hen te vergeven, zelfs diegenen die mij vanuit een verkeerd ideaal, of vanuit een verkeerd begrepen ideaal, veel kwaad gedaan hebben. Ik raad mijn zoon aan, als hij het ongeluk heeft koning te worden, eraan te denken dat hij zich helemaal moet wijden aan het geluk van zijn medeburgers. Dat hij elke haat moet vergeten en elk gevoel dat verband houdt met het kwaad en het verdriet dat ik onderga. Dat hij het geluk van de volken enkel na kan streven door volgens de wetten te regeren, maar dat tegelijkertijd een koning enkel gerespecteerd wordt, en het goede kan doen dat zijn hart ingeeft, zolang hij maar de nodige autoriteit heeft. En dat hij anders, als hij beperkt wordt in zijn acties en nauwelijks respect weet af te dwingen, eerder nutteloos en een ergernis is dan nuttig.

Slide 11 - Slide

Geef per uitspraak aan of het over Verlichting gaat of niet.

Balthasar Bekker bestreed in zijn boek 'De betoverde weereld 'het geloof in demonen
Gilbert White observeerde en registreerde het weer, de trek van de vogels en het gedrag van zijn goudvissen in hun kom. 
Absoluut vorsten stelden dat God hen had aangesteld om over hun onderdanen te regeren.
Aan Lodewijk XIV wordt vaak de quote 'l'etat, c'est moi!' ("de staat, dat ben ik!") toegeschreven.
Verlichting
Verlichting
Geen Verlichting
Geen Verlichting

Slide 12 - Drag question