H2 - spelling h1, WW 2 en 3 - les 10 - WW H2

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Di, wo, do, vrij

1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Di, wo, do, vrij

Slide 1 - Slide

- Lezen
- Werkwoorden H2 - Engelse werkwoorden

Doel: 
- Je weet wanneer je een -d, -dt of -t gebruikt. 
- Je kunt de stam van Engelse ww aangeven en daarna ermee verder werken. 



Vandaag in de les:

Slide 2 - Slide

Stillezen
timer
10:00

Slide 3 - Slide

- geen onderwerp in de zin;
- ik-vorm tegenwoordige tijd - ALTIJD! (dus zonder -t).

Pak allemaal je spullen voor je!

Hij loopt naar de maan. 
Loop naar de maan!
Gebiedende wijs

Slide 4 - Slide

1. Wat is de infinitief van het werkwoord?
2. Wat is de stam van het werkwoord?
3. Op welke plaats in de zin staat het woord?(pv,tt, pvvt, vd, bn, od)
4. Wie is/zijn het onderwerp?

belanden - Jammer genoeg [___________________] de vlieger net in de sloot
worden -     [___________________] je broer straks opgehaald?
Let goed op:
wanneer wel -dt en wanneer niet

Slide 5 - Slide

Eigenlijk niets anders dan Nederlandse ww...

Maar, let goed op wat de stam is!

3 soorten ww:
1.  stam eindigt op klinker: rugbyen (stam= rugby)
2. stam eindigt op -e: breakdancen (stam  = breakdance)
3. a. dubbele medeklinker: skimmen (stam = skim) NL-uitspraak
    b. dubbele mederklinker: appen (stam = app) EN - uitspraak
Engelse werkwoorden

Slide 6 - Slide

Wat is de stam van:
shorttracken

Slide 7 - Open question

Op de ijsbaan hebben liefhebbers .....
(shorttracken)

Slide 8 - Open question

Wat is de stam van:
stressen

Slide 9 - Open question

Hij ... hem al helemaal voor Sinterklaas
(stressen)

Slide 10 - Open question

Wat is de stam van:
racen

Slide 11 - Open question

Op Zandvoort ... in de jaren 80 hele snelle auto's -- racen

Slide 12 - Open question

Wat:  eigen leerlijn spel. H2, H3 - Engelse/moeilijke ww.
Wanneer: twee lessen (nu les 1)
Hoe: werk netjes. Kijk bij elk woord waar het in de zin staat, over wie/wat het gaat en in welke tijd de zin staat. 
Aan de slag

Slide 13 - Slide