Zinsleer - herhaling

• Nederlands
• Secundair onderwijs

ZINSLEER:
herhaling

Maak van zin 1 een ja-nee-vraag.

Verzorg de congruentie van zin 2.

Begin zin 3 met een ander zinsdeel dan het onderwerp.

Voeg zin 4, 5 en 6 samen tot een samengestelde zin (met 'en' en 'maar'). Let op de interpunctie.

Begin zin 7 met een ander zinsdeel dan het onderwerp.

Maak van zin 8 een bevelende zin.

Stappenplan - zinsontleding

STAP 1+2: onderwerp en persoonsvorm

Onderwerp:

Een Amerikaanse muzikant bespeelde met haar hand verschillende klassieke instrumenten.

Wat is het onderwerp?

1. Een Amerikaanse muzikant
2. bespeelde
3. met haar hand
4. verschillende klassieke instrumenten

STAP 3: het gezegde van de zin

Door de ingevoerde dieren werd het leven voor de dodo in de 17de eeuw onmogelijk.

NWG of WWG?

1. NWG
2. WWG

WWG:

NWG:

WWG:

NWG + WWG:

STAP 4: aanvullingen

Lijdend voorwerp:

De Oostenrijkse inbreker heeft vannacht een woning zonder buit moeten verlaten.

Wat is 'een woning'?

1. onderwerp
2. lijdend voorwerp
3. meewerkend voorwerp
4. persoonsvorm

Meewerkend voorwerp: