What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Finale Aventus taalbattle 2023 3F
Aventus-Taalbattle
NED 3F 2023
1 / 37
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
This lesson contains
37 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Aventus-Taalbattle
NED 3F 2023
Slide 1 - Slide
Spelling
Slide 2 - Slide
Welke spelling is juist?
A
perspektief
B
elektriciteit
C
perzikken
D
reklame
Slide 3 - Quiz
Welk woord is FOUT gespeld?
A
prijsuitreiking
B
medaille
C
confetti
D
inteligentie
Slide 4 - Quiz
Welk woord is FOUT gespeld?
A
pensionado
B
personificatie
C
lounchen
D
anekdote
Slide 5 - Quiz
Dialecten
woordbetekenis
dialecten
Slide 6 - Slide
In het Brabants:
Wat is een 'Skottelslet'?
A
losbandige vrouw
B
vaatdoek
C
muziekinstrument
D
trommelstokje
Slide 7 - Quiz
Dialecten!
Wat betekent voor een Rotterdammer: 'Da's kaasie'?
A
Dat is een lekker stuk kaas.
B
Het is kapot.
C
Het is een rommeltje.
D
Het is mooi geregeld.
Slide 8 - Quiz
Wat betekent het Groningse 'Tiepelzinnig'?
A
Wispelturig
B
Diepzinnig
C
Naïef
D
Alert
Slide 9 - Quiz
Stijlfouten
Slide 10 - Slide
Stijlfouten
In welke zin staat een onjuist verwijswoord?
A
Hem werd een contract aangeboden die nogal wat onduidelijkheden bevatte.
B
De Nederlandse scholierenbevolking heeft haar stem laten horen.
C
Hun oma woont bij mij om de hoek.
D
Dat is het beste wat ik ooit gedaan heb.
Slide 11 - Quiz
Stijlfouten
In welke zin wordt 'ALS' of 'DAN' verkeerd gebruikt?
A
Een hotel in Londen kost tien keer zo veel als in Praag.
B
Hij leest deze zinnen veel sneller dan ik.
C
Ik wil geen andere auto dan een Mazda.
D
Michiel heeft meer auto's als ik.
Slide 12 - Quiz
Stijlfouten
In welke zin staat GEEN onnodige herhaling?
A
In het voorjaar zie je soms die vogel hier een enkele keer vliegen.
B
Ben je bereid om aan die demonstratie mee te willen werken?
C
Na allerlei gebeurtenissen nadert hij zijn doel.
D
Dit is reeds de derde keer dat we dit al hebben gelezen.
Slide 13 - Quiz
Spelling
Slide 14 - Slide
meervoud
wat is fout?
A
displays
B
braderieën
C
alinea's
D
euro'tjes
Slide 15 - Quiz
Bezittelijk
Wat is fout?
A
Peters boek
B
Annas kamer
C
Beatrix' hoed
D
Joris' tuin
Slide 16 - Quiz
Samenstellingen
aan elkaar of los of koppelteken
Wat is FOUT?
A
goedkoop 4G-abonnement
B
snel e-mailprogramma
C
goede 360°-feedback
D
een streepjes T-shirt
Slide 17 - Quiz
Werkwoorden
Slide 18 - Slide
Welk werkwoord is NIET juist gespeld?
(Engelse werkwoorden)
A
Zij heeft gefacetimed
B
oma facetimede
C
Henk facetimet
D
Cora facetimed
Slide 19 - Quiz
In welke zin is het werkwoord
FOUT gespeld?
A
De leraar heeft fraude tijdens de battle vermoedt.
B
De favoriet heeft een knap stukje werk geleverd.
C
Zij is blij dat ze met deze club studenten deelneemt.
D
Ik ben overtuigd van een zeer goede uitslag.
Slide 20 - Quiz
In welke zin staat een fout?
(werkwoord)
A
Terwijl ik het gras maaide, snoeide zij de heg.
B
Hij juichte, omdat zijn team scoorde.
C
Aardbeien en peren kosten vroeger bijna niets.
D
Ik verwachtte drie hoofdprijzen binnen te slepen.
Slide 21 - Quiz
Grammatica
Slide 22 - Slide
Verwijswoorden.
In welke zin staat een FOUT?
A
We worden heel blij van jouw mooie schilderij.
B
Is dat groene schrift van jouw of is het van hem?
C
Ik heb jouw oudere broer gisteren ook uitgenodigd.
D
Klaas vindt dat programma van jou beter.
Slide 23 - Quiz
Verwijswoorden
In welke zin staat een FOUT?
A
De bus waarmee we naar Parijs reisden, was comfortabel.
B
De collega met wie u een afspraak heeft, is helaas ziek.
C
Alles dat ik wil, is een lange vakantie.
D
Ik geef hun een kopje koffie.
Slide 24 - Quiz
Leestekens
interpunctie (leestekens)
Slide 25 - Slide
Hoofdletters
Wat is ONJUIST?
A
Hij nodigde mevrouw Van de Berg uit voor het sollicitatiegesprek.
B
In die straat loopt een sint-bernardshond.
C
De minister van Buitenlandse Zaken wist niet wat hij moest antwoorden.
D
De heer van Dalen rende gisteren hard naar zijn huis.
Slide 26 - Quiz
Leestekens
In welke zin staat een FOUT?
A
Ik ga deze keer niet mee: ik heb iets leukers te doen.
B
“Het is verdomd koud hier”, zei de teleurgestelde vrouw.
C
De vrolijke docent zei: “zij krijgt het een beetje warm.”
D
Hoe bedoel je ‘hoe gebruik je aanhalingstekens’?
Slide 27 - Quiz
spelen met taal
Tussenwoord
Slide 28 - Slide
Tussenwoord
Welk woord kun je achter het eerste woord plaatsen en voor het tweede?
Bijvoorbeeld:
deur .... bode
deur - POST - bode
deurpost & postbode
Slide 29 - Slide
Welk woord kun je achter het eerste woord plaatsen en voor het tweede?
wereld . . . . kosten (4 letters)
Slide 30 - Open question
Welk woord kun je achter het eerste woord plaatsen en voor het tweede?
bouw . . . . . . vervanger (6 letters)
Slide 31 - Open question
Welk woord kun je achter het eerste woord plaatsen en voor het tweede?
achter . . . . architect (4 letters)
Slide 32 - Open question
spreekwoorden
en
gezegdes
Slide 33 - Slide
Wat is geen bestaand spreekwoord?
A
In de nacht zijn alle katten grau.
B
Een kat in het nauw maakt rare sprongen.
C
Katten die muizen, miauwen niet.
D
Men moet geen slapende katten wakker maken.
Slide 34 - Quiz
Spreekwoorden
Wat betekent:
Jong bier moet gisten.
A
Jongeren moeten plezier kunnen maken.
B
Jongeren hebben ouderen nodig als het goede voorbeeld.
C
Jongeren moeten fouten kunnen maken.
D
Jongeren moeten niet teveel belast worden.
Slide 35 - Quiz
''De vis wordt duur betaald.''
Wat bedoelen we daarmee?
A
Gewoon, vis is duur.
B
Dat iets schaars is.
C
Dat iets veel moeite kost of offers vergt.
D
Dat je niet kieskeurig bent als je honger hebt.
Slide 36 - Quiz
Dank je wel voor je deelname :-)
Slide 37 - Slide
More lessons like this
Finale Aventus taalbattle 2023 2F
March 2023
- Lesson with
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Taalquiz 3F
March 2024
- Lesson with
47 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1-4
Aventustaal 2023 2F
March 2023
- Lesson with
53 slides
Drama
MBO
Studiejaar 3
Spelling 4, 5 en 6
February 2022
- Lesson with
23 slides
Other languages
Secondary Education
TB1: Les 4+5
November 2023
- Lesson with
25 slides
Project algemene vakken
Secundair onderwijs
Vergeet vaagtaal
March 2022
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Les 3: Engelse werkwoorden
October 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Remediëring schrijven
February 2021
- Lesson with
26 slides
Nederlands als tweede taal
Secundair onderwijs