Oefen SO herhaling jaar 2 deel 1

• Spaans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Voorbereiding 1e SO 

Wat komt er in het SO voor?

- Hoe zeg je in het Spaans ...

- Werkwoorden vervoegen 

- Woordenschat

- Aanwijzende voornaamwoorden

Sleep de vervoeging naar de juiste persoon

yo

él

vosotros

ellas

nosotros

tú

escribís

llamamos

vive

buscan

cantas

escucho

eerste persoon onregelmatig

klinkerwisseling e-ie

klinkerwisseling o-ue

klinkerwisseling e-i

klinkerwisseling + onregelm. 1e persoon

salir

querer

poder

venir

pedir

decir

poner

hacer

traer

ver

dar

saber

Wat betekent het werkwoord:

almorzar

1. gooien
2. hopen
3. lunchen
4. ontbijten

Hoe zeg je in het Spaans:
Ik lunch met mijn oma

Wat betekent het werkwoord:

Empezar

1. Eindigen
2. Beginnen
3. Elimineren
4. Koken

Hoe zeg je in het Spaans:
De school begint in de ochtend

Wat betekent het werkwoord:

Volver

1. Terug keren
2. Vertrekken
3. Kijken
4. Naar bed gaan

Hoe zeg je in het Spaans:
Jullie keren terug naar huis

Hoe zeg je in het Spaans:
Mijn moeder keert terug van werk.

Aanwijzende voornaamwoorden.

esta

estos

estas

este

niña

instituto

música

casa

deportes

profesor

bolígrafos

mesas

alumno

sillas

alfombras

teléfono

Hoe zeg je in het Spaans:
Dat rode shirt daar

Hoe zeg je in het Spaans:
Die knappe jongen daarginds

Hoe zeg je in het Spaans:
Deze zangers hier

Wat betekent het werkwoord:

levantarse

1. Opstaan
2. Wakker worden
3. Naar bed gaan
4. Schoonmaken

Hoe zeg je in het Spaans:
Wij staan op om 2 uur

Wat betekent het werkwoord:

ponerse

1. aantrekken
2. neerzetten
3. weggooien
4. neer halen

Hoe zeg je in het Spaans:
Ik trek het pak aan

Hoe zeg je in het Spaans:
De kinderen trekken de schoenen aan