Week 45

1 / 29
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

¿Qué vamos a hacer hoy?
Semana 45
  • Repaso - 10 min
  • Quizlet  - 15 min
  • Intro Cap 2 - 15 min
  • A. Escuchar - 30 min

Doel: Aan het eind van deze les:
  • weet je iets over Galicië en de pelgrimstocht
  • kan je een gesprek luisteren tussen vriendinnen

Slide 2 - Slide

https://nl.pinterest.com/pin/1266706137524633/ 
¡Bienvenidos a la clase de Español!
Hoy es ___________, _____________de __________________

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Jullie kunnen al

De vervoegingen van het onregelmatige werkwoord SER
De getallen t/m 20
Jezelf voorstellen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

RepasoHerhaling
Unidad 1

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

¿Qué tal?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

¡Buenos días!
¿Cómo te llamas?
¿Cuántos años tienes?
¿Cómo estás?
¿Dónde vives?
¿De dónde vienes?
Tengo trece años.
Vivo en La Haya.
¡Hola!
Soy de Portugal.
Me llamo Alicia.
Muy bien, ¿y tú?

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Beantwoord in het Spaans
¿Eres español/española?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Zet de juiste vraag bij het juiste antwoord
¿Cuántos años tienes?
Hola, ¿Qué tal?
¿Cómo te llamas?
¿Cuántos años tiene Anita?
¿Cuándo es tu cumpleaños?
Tiene 14 años
Mi cumpleaños es mañana
Tengo 25 años.
Hola, ¡muy bien!
Me llamo Juan.

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Welke vraag hoort bij:
No, no hablo holandés.
A
¿Hablas español?
B
¿Hablas holandés?
C
¿Hablas inglés?

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zeg je in het Spaans:
HIJ
A
el
B
él
C
ella
D

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zeg je in het Spaans:
Zij (meervoud)
A
Ella
B
Ellos
C
Ellas
D
Él

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zeg je in het Spaans:
JULLIE
A
Nosotros
B
Nosotras
C
Vosotras
D
Vosotros

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

hoe vertaal je 'zij' in het Spaans als het gaat om een groep vrouwen?
A
ellos
B
ellas
C
vosotros
D
vosotras

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Het hoeveelste persoonlijke voornaamwoord gebruik je voor:
Los chicos
A
3e
B
2e
C
5e
D
6e

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekent het werkwoord SER?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Zet de juiste vervoeging van SER in de zinnen.
timer
1:00
Amy y Sam _____ (Ser) mis alumnas.
Charissa y yo______(Ser) amigas.
Tú________ (Ser-tú) una persona unica.
Yo _______ (Ser) holandés y vivo en Huizen.
Emmy y tú _____(Ser-vosotros) en holandesas.
sois / son
somos
eres
soy
sois / son

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions


Los números : Maak de sommen. Schrijf ze onder elkaar.
1. diez + dos  =                                                        4. catorce + tres = 
2. ocho + once =                                                     5. nueve + cinco = 
3. cinco + doce =                                                    6. quince + tres =   

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

QUIZLET 
Oefen de voca via quizlet
H1 retrieval: Link
H2: Wb pág 55 +56

Geen verbinding
Alle wifi vergeten en dan opnieuw verbinden 

Geen Laptop/baterij
Je schrijft de woordjes over in je schrift



timer
5:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Portátiles cerrados

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Capítulo 2 En camino

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Start Unidad 2: En camino
stap 1. Filmpje bekijken
stap 2. Maken: Wb oef 1 +2

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

EL CAMINO DE SANTIAGO
Weet je wat el camino de Santiago is?  

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

El camino de Santiago
De Kathedraal van Santiago de Compostela is de rustplaats van de heilige Jakobus. Veel mensen komen hier om hem te herdenken

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Maken: En Camino
Maken: Oef 1 +2 WB pág 33
Voca 2.1 pág 55+56
  
Daarna:
Wb pág 34+35
Samen: oef 3 + 6 
Alleen: oef 4+5 
timer
10:00

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Corregir ejercicio 1, pág 33 WB
Ejercicio 1a
1 17
2 Bijvoorbeeld Navarra en Andalucía.

Ejercicio 1c
1 Santiago de Compostela
2 slapen

Ejercicio 1d
1 Omdat wordt geloofd dat het graf van de apostel Jakobus, een van de discipelen van Jezus, zich hier zou bevinden.
2 Camino de Santiago.
3 100 km




Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Corregir ejercicio 2, pág 33 WB
Respuestas:
  1. Banco
  2. Hospital
  3. Biblioteca
  4. Supermercado
  5. Panadería
  6. Tienda de ropa

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Ejercicio 3, pág 34 WB y pág 19 TB
Respuestas:
  •  
  1. Madrid
  2. Voor het huis van Susana in Betanzos
  3. Het gaat over de ontmoeting, ze kennen elkaar niet
  •  
  • b, d, e, f
  •  
  1. 20
  2. Ze zijn buren
  3. De supermarkt
  4. Ze gaan naar rechts, a la derecha = rechts
  5. Om samen naar de supermarkt te gaan

Slide 29 - Slide

This item has no instructions