Ma 13 maart tweelingfouten

Over taal H3

- Betekenis woorden

- Tweelingfouten 


1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Over taal H3

- Betekenis woorden

- Tweelingfouten 


Slide 1 - Slide

leggen/liggen, kennen/kunnen, als/dan, omdat/doordat, mits/tenzij
Dit zijn voorbeelden van:
A
een verhaspeling
B
antoniemen
C
synoniemen
D
tweelingfouten

Slide 2 - Quiz

Wat is geen veel voorkomende tweelingfout?
A
Liggen/leggen
B
kennen/kunnen
C
omdat/doordat
D
vandaag/morgen

Slide 3 - Quiz

Tweelingfouten
leggen/liggen
kennen/kunnen
als/dan
mits/tenzij

Slide 4 - Slide

Tweelingfouten

Slide 5 - Slide

Tweelingfouten: verwarring bij woorden die op elkaar lijken

Slide 6 - Slide

Tweelingfouten
Leggen - liggen
Kennen - kunnen
Als - dan
omdat - doordat
Mits - tenzij
Blijkbaar - schijnbaar
Rede - reden

Slide 7 - Slide

leggen/liggen, kennen/kunnen, als/dan, omdat/doordat, mits/tenzij
Dit zijn voorbeelden van:
A
een verhaspeling
B
antoniemen
C
synoniemen
D
tweelingfouten

Slide 8 - Quiz

Tweelingfouten
Die tv is groter dan die van ons.
Mijn cijfer is even goed als de jouwe.

Bij ongelijkheid = dan
Bij gelijkheid = als

Slide 9 - Slide

Wat zijn tweelingfouten?
A
Wanneer je van twee woorden die veel op elkaar lijken het verkeerde woord gebruikt.
B
Twee woorden die in vorm of betekenis erg op elkaar lijken.
C
Wanneer je twee woorden met elkaar verwart.
D
Twee synoniemen door elkaar halen.

Slide 10 - Quiz

'Mijn oma is kleiner als mijn opa.'
Dit is een...

Laith
A
samenstelling
B
voorvoegsel
C
tweelingfout
D
woordraadstrategie

Slide 11 - Quiz

Haal de tweelingfouten uit de tekst.
Mijn vader legt zo lekker te slapen. Dan ken je hem beter niet wakker maken. Want hij is chagrijniger als mijn moeder, omdat zei  zo geduldig is. Mits je haar een emmer water op het hoofd smijt. Maar daar is gelukkig ook geen rede toe. Me moeder zo pesten met behulp van me broertje, dat was maar een keer en nooit weer.

Slide 12 - Slide

DAN of ALS
Kees is groter DAN Mark.
OF
Kees is groter ALS Mark.
???


Slide 13 - Slide

Groter als...? Groter dan...? 
  • Mijn moeder is groter dan mijn vader.
  • Regel 1: 'dan' na vergrotende trap
  • Mijn moeder is groter dan hij / dan ik.
  • Regel 2: voor het goede pers.vnw: voeg persoonsvorm toe en je weet de juiste vorm!
  • ...groter dan hij (is) / dan ik (ben)


  • *groter dan hem / dan mij is dus fout

Slide 14 - Slide

Verder met Formuleren
De trappen van vergelijking

Hij is groter als mij.
Hij is groter dan mij.
Hij is groter als ik.
Hij is groter dan ik.

Slide 15 - Slide

groot - groter - grootst
  1. Jij bent groot.
  2. Ik ben groter.
  3. Hij is het grootst.

  1. Jij bent net zo groot als ik.
  2. Hij is groter dan ik.
  3. Hij is de grootste van het stel


Slide 16 - Slide

ik of mij? 
Hij is groter dan ik / dan mij.

Kies je ik of mij?

Hij is groter dan ik/mij ben.
  Je zegt: hij is groter dan ik ben. Dus ook: Hij is groter dan ik. 


Als je de zin (in gedachten) aanvult, hoor je of je ik of mij in moet vullen. 

Slide 17 - Slide

Taaldilemma's
Groter dan of groter als?

- Jouw kamer is groter dan mijn kamer.
- Jouw kamer is groter als mijn kamer.

- Karin verdient meer dan mij.
- Karin verdient meer dan ik.

Slide 18 - Slide

Maak de zin langer.

Hij is groter dan ik (ben).
Hij is groter dan mij (ben)  = onjuist

Slide 19 - Slide

dan ik (niet dan mij)
Fout:
Mijn broer is groter dan mij,
Goed:
Mijn broer is groter dan ik.
Mijn broer is groter dan ik ben. 

Slide 20 - Slide

Huiswerk voor do 16 maart
BK

Maken 3 en 4 blz. 177 t/m 179
Groter dan
Even groot als


Slide 21 - Slide

Huiswerk voor do 16 maart
KT

Maken opdr.4 en 5
Leren blz. 183: Groter dan en even groot als

Slide 22 - Slide