1.4 en practicum

Wat gaan we vandaag doen?
  • Terugblik vorige les                       5 min
  • Samen lezen + uitleg 1.4             15 min
  • Maken opdrachten 1.4                  25 min
  • Practicum 4 uitvoeren                  20 min
  • Practicum 4 bespreken                5 min
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Wat gaan we vandaag doen?
  • Terugblik vorige les                       5 min
  • Samen lezen + uitleg 1.4             15 min
  • Maken opdrachten 1.4                  25 min
  • Practicum 4 uitvoeren                  20 min
  • Practicum 4 bespreken                5 min

Slide 1 - Slide

Planning komende lessen:
Dinsdag 13 sept:       Paragraaf 1.3 deel 2 en 1.4
Vrijdag 16 sept:         Paragraaf 1.4 Licht en Kleur + Practicum
Dinsdag 20 sept:      Paragraaf 1.5
Vrijdag 23 sept:         Herhalingsles
Dinsdag 27 sept:       SO H1 Licht Paragraaf 1 t/m 5

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat gaan we leren?
Aan het eind van de les weet je:
  • Hoe je oog werkt
  • Hoe het komt dat je beter ziet met de juiste bril of contactlens
  • het verschil tussen bijziend, verziend en oudziend

Slide 4 - Slide

Pak paragraaf 1.4 erbij (blz. 43)

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Het beeld komt ondersteboven op het netvlies.

Slide 7 - Slide

  • Pupil is de opening in de iris (de gekleurde gedeelte van de oog)
  • Veel licht - pupil klein
  • Weinig licht - pupil groot

Slide 8 - Slide

accommoderen
Als een voorwerp dichterbij komt wordt de lens boller.

Accommoderen : lens platter of boller maken

Slide 9 - Slide

Hoe dichterbij het voorwerp, hoe boller de lens.

Slide 10 - Slide

Bijziend
  •  De ooglens is te sterk of oogkas te lang.
  • Hierdoor kan je voorwerpen in de verte slecht zien. DichtBIJ kun je goed ZIEN.
  • Je hebt een negatieve lens nodig

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Verziend
  • De ooglens is te zwak of oogkas te kort.
  • Je kan voorwerpen vlakbij slecht zien, veraf goed.
  • Je hebt een positieve lens nodig

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Oudziend
  • Ooglens is minder elastisch
  • Je hebt een positieve lens nodig

Slide 16 - Slide

Aan de slag!
  • Wat? Maak paragraaf 1.4 opdracht 83 t/m 87 +  90 t/m 95
  • Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
  • Tijd? 25 minuten
  • Hulp? Probeer het samen op te lossen. Kom je er niet uit? Vraag dan de docent
  • Resultaat? Klassikaal bespreken
  • Klaar? Maak 1.4 opdracht 88, 89 en 96 t/m 98
timer
25:00

Slide 17 - Slide

Aan de slag!
  • Wat? Voer practicum 4 uit binnen je groep (blz. 67)
  • Hoe? Werk zelfstandig binnen je groep 
  • Tijd? 20 minuten
  • Hulp? Probeer het samen op te lossen. Kom je er niet uit? Vraag dan de docent
  • Resultaat? Klassikaal bespreken

  • Klaar? Maak 1.4 verder af en start daarna aan 1.5 (doorlezen + maken)
timer
20:00

Slide 18 - Slide

Pak practicum 4 erbij (blz. 67)
en pen om na te kijken

Slide 19 - Slide