Boekenpitch

Welkom 2Ma
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom 2Ma

Slide 1 - Slide

weekend Pitch

Slide 2 - Slide

De persoonsvorm is altijd....
A
een persoon
B
een werkwoord
C
een zelfstandig werkwoord
D
een gebeurtenis

Slide 3 - Quiz

Elke goede zin heeft een persoonsvorm.
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?

Gisteren liep Tim samen met Loes naar school.
A
Tim en Loes
B
Gisteren
C
Liep
D
Samen

Slide 5 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
A
Wat
B
Deze
C
Persoonsvorm
D
is

Slide 6 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?

De persoonsvorm kan in enkel- en in meervoud staan.
A
De persoonsvorm
B
kan
C
staan
D
meervoud

Slide 7 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in onderstaande zin?

De persoonsvorm is altijd een werkwoord.
A
De persoonsvorm
B
is
C
altijd
D
een werkwoord

Slide 8 - Quiz

Op welke drie manieren kun je de persoonsvorm in een zin vinden?

Slide 9 - Mind map

3 Soorten
vraagzin maken
enkelvoud/meervoud
tijd veranderen

Slide 10 - Slide

Wat is een zinsdeel?
A
Meerdere stukjes uit een zin
B
Woorden die los staan
C
Stukje van een zin
D
Losse woorden

Slide 11 - Quiz

Alles wat voor de persoonsvorm kan staan, is dus een zinsdeel. Wat is in onderstaande zin zeker een zinsdeel?
Ik wil naar huis.
A
Ik
B
naar huis
C
wil
D
geen van allen

Slide 12 - Quiz

Hoeveel zinsdelen heeft de volgende zin?

Wanneer heb ik vakantie?
A
4 zinsdelen
B
5 zinsdelen
C
3 zinsdelen
D
6 zinsdelen

Slide 13 - Quiz

Hoeveel zinsdelen heeft de volgende zin?

Vanmorgen kon ik moeilijk mijn bed uitkomen.
A
4 zinsdelen
B
5 zinsdelen
C
3 zinsdelen
D
6 zinsdelen

Slide 14 - Quiz

Wat is een Pitch?

Slide 15 - Mind map

Oordeel van een boek
Een oordeel over een boek bestaat uit twee elementen:
  1. de mening (Ik vond dit een interessant boek)
  2. de argumenten (De personages waren erg geloofwaardig en het verhaal zat goed in elkaar)

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Beoordelingswoorden
Om een oordeel te kunnen 
geven maak je gebruik van 
beoordelingswoorden.


Slide 18 - Slide

Boekenbattle
Opdracht:
Je houdt samen met een groepje van 3 leerlingen een enthousiaste pitch over je leesboek. Na jouw pitch moet het voor de klas  duidelijk zijn waar het boek over gaat en of ze het wel of niet willen lezen.  je moet dus overtuigender zijn dan je groepsgenoten. 
Onderbouw waarom jij juist het leukste boek hebt van de 3. 
De klas stemt op het leukste boek.
1. Vertel kort waar je boek over gaat (verklap niet het einde).
2. Dan vertel je waarom jij vindt dat je klasgenoten het boek wel of juist niet zouden moeten lezen.
3. Tot slot lees je een stukje voor (ongeveer een minuut) dat je klasgenoten enthousiast maakt.






Slide 19 - Slide

Presentatie van je pitch
  • Tijdens de presentatie/pitch heb je hooguit een spiekbriefje (met enkele woorden) bij je
  • Oefen van tevoren je pitch en time jezelf. Let op dat je tussen de 1 en 1, 5 minuut zit.
  • Daarna moet je nog ongeveer. 2 min. een stukje voorlezen.
  • Als je je pitch in de klas presenteert, let op de volgende zaken: 
  1. zorg dat je dat je goed verstaanbaar bent en beargumenteer je mening
  2. Zorg voor een goede houding en uitstraling
  3. Kijk goed de klas in en kijk je luisteraars aan.
  4. Vanzelfsprekend spreek je enthousiast en overtuigend, want als jij niet in jezelf gelooft, doet niemand het.

Slide 20 - Slide

Vooruitblik
  • Aan de slag met het schrijven van de pitch
  • Volgende les: tekst van de pitch klaar
  • Volgende les: Leesboek mee !

Slide 21 - Slide


Eens

Oneens

Slide 22 - Slide