Schrijven en formuleren Start module + theorie H1 + H2
Lesplanning
* 10 min. lezen in je leesboek
* uitleg module formuleren en schrijfvaardigheid
* theorie H1 + H2 formuleren
timer
10:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Lesplanning
* 10 min. lezen in je leesboek
* uitleg module formuleren en schrijfvaardigheid
* theorie H1 + H2 formuleren
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Ik kan / weet:
wat de module formuleren en schrijfvaardigheid inhoudt.
mijn teksten aantrekkelijker maken door te variëren in woord- en zinsgebruik.
Slide 2 - Slide
Module formuleren en schrijven
Bestaat uit theorie en schrijfopdrachten.
Schrijfopdrachten worden in een schrijfdossier verzameld.
Afsluiting met een toets en het inleveren van het schrijfdossier.
Het cijfer bestaat uit het gemiddelde van de toets en het schrijfdossier.
Slide 3 - Slide
Komende weken
Op maandag theorie en schriftelijke oefeningen, op dinsdag extra oefenen en voorbereiding op het schrijven van de teksten. Deze worden dan verwerkt op vrijdag in het schrijfdossier.
Slide 4 - Slide
Formuleren
Variatie in woordgebruik
Slide 5 - Slide
Wat valt je op?
Elk jaar gaan we op vakantie. Die vakantie brengen we vaak door in Spanje. Vakanties met vrienden vind ik nog leuker dan vakanties met familie.
Slide 6 - Slide
Wat valt je op?
Elk jaar gaan we opvakantie. Vaak brengen we die door in Spanje / Vaak reizen we naar Spanje. Weggaan / Een trip met vrienden vind ik nog leuker dan met (-) familie.
Slide 7 - Slide
Schrijf zo veel mogelijk synoniemen op van de volgende woorden!
denken
weg
timer
1:00
Slide 8 - Slide
Formuleren:
Variatie in zinsgebruik
Slide 9 - Slide
Wat valt je op?
Onze vogel heet Speedy. Hij is twee jaar en komt uit Sneek. Hij kwam bij ons in huis. De oude eigenaren konden niet meer voor hem zorgen. Hij houdt enorm van zijn skatebord en knuffelen op de bank. Je begrijpt het. We zijn dol op hem.
Slide 10 - Slide
Hoe kun je variëren?
(...) Toen hij bij ons in huis kwam, was hij.....
(...) Zijn skatebord en knuffelen op de bank vindt hij geweldig.
(...) Begrijp je dat we dol op hem zijn?
Slide 11 - Slide
Kies voor APO, naast OPA!
OPA: onderwerp, persoonsvorm, ander zinsdeel
APO: ander zinsdeel, persoonsvorm, onderwerp
Gebruik ook geb. wijs (PA, geen onderwerp) of POA (vraag)
Slide 12 - Slide
Voorkom herhalingen!
gebruik synoniemen
inspiratie? www.synoniemen.net
gebruik verwijswoorden (die, zij, daar)
laat het woord gewoon weg
Slide 13 - Slide
Varieer de volgorde van deze zin:
Ik bestel in dat Italiaanse restaurant bij de ober graag carpaccio als voorgerecht. (OPA)
timer
1:00
Slide 14 - Slide
Aan de slag
Formuleren §1; maken opdracht 1
Formuleren §2; maken opdracht 1 en 2
Klaar: Maak §1 form. opdr. 3
Klaar: Maak §2 form. opdr. 3
timer
15:00
Slide 15 - Slide
Varieer met de zinsopbouw, herschrijf de volgende zin:
Alom geprezen rat die razendsnel landmijnen opspoorde in Cambodja overleden.
Slide 16 - Open question
Wat heb je deze les geleerd?
Slide 17 - Open question
Ik kan mijn teksten aantrekkelijker maken door te variëren in woord- en zinsgebruik. 0 = echt (nog) niet / 10 = absoluut wel