Schrijf groot op in je schrift.
Welke beweringen zijn waar?
A. Je kunt twee mededelingen samenvoegen met een voegwoord.
B. De signaalwoorden maar, toch en echter horen bij een opsommend tekstverband.
C. Voor onzijdige woorden gebruik je de verwijswoorden dit en dat.
D. In het meervoud verwijs je met de verwijswoorden: hij, hem, zijn, dit, dat.
E. Je gebruikt het verwijswoord hen na een voorzetsel.