Les 3 Schrijven en formuleren Start module + theorie H1 + H2
Lesplanning
* stillezen in je leesboek
* theorie formuleren
* oefeningen
Lesdoel
Aan het eind van de
les:
* kan ik mijn teksten aantrekkelijker maken door te variëren in woordgebruik, zinsopbouw en -lengte.
* weet ik hoe de module schrijfvaardigheid is opgezet en wat er van mij verwacht wordt.
timer
10:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
This lesson contains 18 slides, with text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Lesplanning
* stillezen in je leesboek
* theorie formuleren
* oefeningen
Lesdoel
Aan het eind van de
les:
* kan ik mijn teksten aantrekkelijker maken door te variëren in woordgebruik, zinsopbouw en -lengte.
* weet ik hoe de module schrijfvaardigheid is opgezet en wat er van mij verwacht wordt.
timer
10:00
Slide 1 - Slide
Module schrijfvaardigheid
Bestaat uit theorie en schrijfopdrachten.
Schrijfopdrachten worden in een schrijfdossier verzameld.
Afsluiting met een toets en het inleveren van het schrijfdossier.
Voor beide onderdelen krijg je een cijfer.
Slide 2 - Slide
Formuleren
Variatie in woordgebruik
Slide 3 - Slide
Wat valt je op?
Elk jaar gaan we op vakantie. Die vakantie brengen we vaak door in Spanje. Vakanties met vrienden vind ik nog leuker dan vakanties met familie.
timer
2:00
Slide 4 - Slide
Wat valt je op?
Elk jaar gaan we opvakantie. Vaak brengen we die door in Spanje / Vaak reizen we naar Spanje. Weggaan / Een trip met vrienden vind ik nog leuker dan met (-) familie.
Slide 5 - Slide
Schrijf zo veel mogelijk synoniemen op van de volgende woorden!
denken
weg
timer
1:00
Slide 6 - Slide
Herhaling voorkomen
Gebruik synoniemen
Gebruik verwijswoorden
Laat het woord/zinsdeel zo mogelijk weg
Slide 7 - Slide
Formuleren
Variatie in zinsgebruik
Slide 8 - Slide
Wat valt je op?
Onze vogel heet Speedy. Hij is drie jaar en komt uit Sneek. Hij kwam bij ons in huis. De oude eigenaren konden niet meer voor hem zorgen. Hij houdt heel veel van zijn skatebord en knuffelen op de bank. Je begrijpt het. We zijn dol op hem.
Slide 9 - Slide
Varieer in de zinsopbouw;
(...) Toen hij bij ons in huis kwam, was hij.....
(...) Zijn skatebord en knuffelen op de bank vindt hij geweldig.
(...) Begrijp je dat we dol op hem zijn?
Slide 10 - Slide
Kies voor APO, naast OPA!
OPA: onderwerp, persoonsvorm, ander zinsdeel
APO: ander zinsdeel, persoonsvorm, onderwerp
Gebruik ook geb. wijs (PA, geen onderwerp) of POA (vraag)
Slide 11 - Slide
Varieer de volgorde van deze zin:
In dat Italiaanse restaurant bestel ik bij de ober graag carpaccio als voorgerecht.
timer
1:00
Slide 12 - Slide
Formuleren
Varieer in zinslengte
Slide 13 - Slide
Zinslengte
Wissel enkelvoudige en samengestelde zinnen af.
Maak enkelvoudige zinnen niet te kort, varieer in het aantal woorden.
Maak samengestelde zinnen niet te lang; de zin kan dan moeilijker te begrijpen worden en je kan dan als schrijver sneller een zinsbouwfout maken.
Slide 14 - Slide
Aan de slag
Keuze:
1. Taalverzorging par. F hoofdletter en leestekens
maken 2, 3, 5 en 6.
2. Taalverzoring par. C werkwoordspelling
maken 6, 7 en 8 (als die nog niet hebt gedaan)
timer
15:00
Slide 15 - Slide
Opdracht 1
Bekijk opdracht 1 van het schrijfdossier. Welke vragen heb je hierover?
Bedenk alvast welk voorwerp je zou willen verkopen en hoe je dat in een advertentie kan aanprijzen.
Slide 16 - Slide
Varieer met de zinsopbouw
Herschrijf de volgende zin:
Alom geprezen rat die razendsnel landmijnen opspoorde in Cambodja overleden.