Huiswerk les 5

I-CPNED7

Beginnende geletterdheid













I-CPNED7 - 2022-2023
Chantal Fuchs
1 / 48
next
Slide 1: Slide
CommunicatieHBOStudiejaar 2

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

I-CPNED7

Beginnende geletterdheid













I-CPNED7 - 2022-2023
Chantal Fuchs

Slide 1 - Slide

Intro

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

2

Slide 4 - Video

00:00
Kijk naar het fragment
  • Bekijk de auditieve en visuele deelvaardigheden voordat je het filmpje gaat bekijken of leg het overzicht voor je neer.
  • Let tijdens het kijken goed op: welke deelvaardigheden kun je zichtbaar herkennen?
  • Welke deelvaardigheden waren niet waarneembaar, maar wel nodig om tot lezen te komen? (klik nu verder)

Slide 5 - Slide

01:42
Welke deelvaardigheden herken je?

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Slide

Opdracht
  • Klik bij de volgende dia op de link, scrol omlaag en bekijk fragment 1, als dit niet aan bod is geweest in les 4. (Anders kun je het overslaan.)

  • Let op de instructievaardigheden van de leerkracht.

  • Noteer wat de kinderen vervolgens moeten doen, als de leerkracht de structureerstrook laat zien? (Een structureerstrook is een woordstrook, waarbij de letters kunnen worden weggevouwen.)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link


Wat doen de leerlingen als de leerkracht het woord op een structureerstrook laat zien?


Slide 10 - Open question



Maamme
Oi maamme, Suomi, synnyinmaa!
Soi sana kultainen!
Ei laaksoa, ei kukkulaa,
ei vettä rantaa rakkaampaa
kuin kotimaa tää pohjoinen,
maa kallis isien.



Sun kukoistukses kuorestaan kerrankin puhkeaa;
viel' lempemme saa nousemaan
sun toivos, riemus loistossaan,
ja kerran laulus, synnyinmaa
korkeemman kaiun saa.

Lees de tekst hardop:

Slide 11 - Slide

Hoe moeilijk was het om de tekst te lezen?
0100

Slide 12 - Poll



Maamme
Oi maamme, Suomi, synnyinmaa!
Soi sana kultainen!
Ei laaksoa, ei kukkulaa,
ei vettä rantaa rakkaampaa
kuin kotimaa tää pohjoinen,
maa kallis isien.



Sun kukoistukses kuorestaan kerrankin puhkeaa;
viel' lempemme saa nousemaan
sun toivos, riemus loistossaan,
ja kerran laulus, synnyinmaa
korkeemman kaiun saa.

Toelichting

Slide 13 - Slide

In dit schema zie je het leesproces met de leesstrategieën en voordrachtsaspecten terug. Op de dia hierna geeft Nicky een uitgebreide toelichting. Deze kennisclip duurt ongeveer 9 minuten. Je kunt het meteen bekijken of op een later moment. (Toetsdoel 6)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Ken je het onderscheid tussen de verschillende niveaus?

Slide 16 - Slide

Zou je aan voorbeelden kunnen herkennen welke leesstrategie een kind gebruikt of op welke leesstrategie de leerkracht instructie geeft?

Slide 17 - Slide

Herhaling

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Link

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Link

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Bijvoorbeeld: 'waarom'
waar.....om
  1. het morfeem 'waar'
  2. het morfeen 'om'

In het volgende fragment kun je dit zien. (Alleen vergeet Lom het woord nog eens te herhalen.)

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Wat heeft de radende lezer nodig?
Wat heeft de spellende lezer nodig?

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

  • TOS (taalontwikkelingsstoornis)

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Kijkvragen (herhaling les 4)
Bekijk het fragment (tot 2:05) op de volgende dia aan de hand van onderstaande vragen:

  1. Wat zie je in het filmpje met betrekking tot taalontwikkeling?​
  2. Waarom spelend leren bij kleuters?​​
  3. Welke leerkrachtvaardigheden zijn er nodig om taalontwikkeling en beginnende geletterdheid te stimuleren in spel?

Noteer de bevindingen bij je aantekeningen




Slide 34 - Slide

Slide 35 - Link

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Vierveldenmodel
Bij het opbouwen van leerlijnen is het zaak betekenisvolle lees- en schrijfactiviteiten te ontwerpen. Daarbij maakt de leerkracht gebruik van het vierveldenmodel. In dit model wordt zichtbaar welke aspecten een rol spelen bij de ontwikkeling van een goede leeshouding en leesvaardigheid.





De activiteiten worden zo ingericht en begeleid dat er telkens verbindingen tot stand komen tussen de intrinsieke motivatie van de kinderen, het begrijpen van de tekst, woordenschat inzetten en technische vaardigheden toepassen. Dus niet geïsoleerd trainen op tempo. Lezers met begrip en een grote woordenschat lezen eerder en beter. Bekendheid met een woord ondersteunt de correcte verklanking en het vinden van het juiste klankpatroon.
Door de inzet van het vierveldenmodel blijven mondelinge taal en schriftelijke taal ook met elkaar verbonden, omdat er vooraf en na afloop van het lezen veel met elkaar gepraat wordt over wat de tekst of het verhaal voor jou betekent.






Slide 39 - Slide

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Tien bouwstenen
Doordat het lezen en schrijven verbonden is aan het thema in de klas, de verhalen en vragen van kinderen, hun spel en constructieve/beeldende activiteiten wordt er relatief veel tijd gestopt in deze activiteiten. In veel middenbouwgroepen vaak meer dan de helft van het weekrooster.
De groepsleider ontwerpt dus een uitstekend activiteitenaanbod met veel leestijd. Hij heeft daarvoor tien bouwstenen tot zijn beschikking:

Slide 42 - Slide

De bouwstenen


  1. Lezen en schrijven zijn voor kinderen betekenisvolle activiteiten.
  2. Schrijven van teksten blijft verbonden aan het lezen en verhalen vertellen.
  3. Motivatie, begrip, woordenschat en techniek worden met elkaar verbonden.
  4. Kinderen leren lezen met een leesdoel in drie fasen: voor, tijdens en na.
  5. Kinderen vinden boeken van hun gading, er valt iets te kiezen en te lezen in verschillende genres.
  6. Kinderen lezen op en net boven hun niveau. Dit laatste met hulp en instructie van de groepsleider.
  7. Passende instructies voor alle kinderen en groepjes kinderen.
  8. Gerichte planning per themaperiode, week en per dag.
  9. Handelingsgericht observeren in de volle breedte (met behulp van het vierveldenmodel).
  10. Adaptief toetsen als aanvulling op observaties.

Slide 43 - Slide

Leerkrachtvaardigheden 
(= antwoord op kijkvraag 3)
  • Goed observeren.​
  • Meespelen.​
  • Aansluiten bij niveau van het kind (zone van naaste ontwikkeling).​
  • Kennis van (ontwikkelings)materiaal en de kinderen faciliteren in hun spel.​
  • Goed klassenmanagement.




Meer lezen? Artikel op volgende dia

Slide 44 - Slide

Slide 45 - Link

Observatie en toetsing
Het agendapunt toetsing komt in de laatste les aan bod.

Slide 46 - Slide

Vragen n.a.v. deze les

Slide 47 - Open question

Slide 48 - Link