4H werkwoorden/ spreekvaardigheid K2.3

Werkwoorden
Hoe zat het ook alweer?
Wederkerende werkwoorden
Gebiedende wijs

1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Werkwoorden
Hoe zat het ook alweer?
Wederkerende werkwoorden
Gebiedende wijs

Slide 1 - Slide

Machen 
ich (ik)
mach
e
du (jij)
mach
st
er/sie/es (hij/zij/het)
mach
t
wir (wij)
mach
en
ihr (jullie)
mach
t
sie (zij)
mach
en
Sie (u)
mach
en

Slide 2 - Slide

Wederkerende werkwoorden
sich irren (zich vergissen, verdwalen)
sich aufregen (zich opwinden)
sich beruhigen (rustig worden)

Zie Handbuch Seite 10

Slide 3 - Slide

sich irren
ich
irre
mich
du
irrst
dich
er/sie/es
irrt
sich
wir
irren
uns
ihr
irrt
euch
sie
irren
sich
Sie
irren
sich

Slide 4 - Slide

gebiedende wijs
Tegen 1 persoon: stam + e
Mache deine Hausaufgaben!
Tegen een groep: stam + t
Macht eure Hausaufgaben!
Beleefd: stam + en + Sie
Machen Sie Ihre Hausaufgaben!

Slide 5 - Slide

Haben en sein in de gebiedende wijs
Zie je Handbuch Seite 17

Bijvoorbeeld: 
Sei bitte ruhig!
Habt geduld!
Seien Sie ruhig!

Slide 6 - Slide

Jij vergist je!
A
Du irre dich
B
Du irrst sich
C
Du irrst dich
D
Du irren dich

Slide 7 - Quiz

Zij wordt rustig
A
Sie beruhigt dich
B
Sie beruhigt sich
C
Sie beruhigen sich
D
Sie beruhigt

Slide 8 - Quiz

Wordt rustig!
A
Beruhige dich!
B
Beruhigen Sie sich
C
Beruhigt euch!

Slide 9 - Quiz

(aufregen)
Wind je niet zo op!

Slide 10 - Open question

Je hebt gelijk

Slide 11 - Open question

Ik heb jouw oproep gemist (missen = verpassen)

Slide 12 - Open question

Het maakt me niet uit!

Slide 13 - Open question

Ik heb er nu genoeg van!

Slide 14 - Open question