4 bk leesvaardigheid blok 2; signaal woorden, feiten en meningen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 4

leesvaardigheid blok 2

Signaalwoorden

feiten en meningen

Wat zijn ook alweer signaalwoorden?

In het boek staat.....

Signaalwoorden en tekstverbanden

Een schrijver geeft zijn tekst een goede opbouw door zinnen en alinea’s in een logische volgorde te zetten. Aan signaalwoorden kun je zien welk verband er is tussen zinnen en alinea’s. Je kunt eraan zien wat zinnen of alinea’s met elkaar te maken hebben. Er zijn veel verschillende verbanden mogelijk. Je herkent ze aan hun eigen signaalwoorden.

edition.thiememeulenhoff.nl

Ik krijg les maar ben niet op school.

1. opsomming
2. tegenstelling
3. oorzaak - gevolg
4. conclusie

Ik ben niet op school waardoor ik de les mis.

1. tegenstelling
2. conclusie
3. oorzaak - gevolg
4. reden

De leerlingen hebben niet geslapen daarom kunnen ze niet opletten.

1. reden
2. oorzaak - gevolg
3. doel - middel
4. voorbeeld

Mijn opa geeft geld aan goede doelen zoals de dierenambulance en greenpeace.

1. doel - middel
2. voorbeeld
3. conclusie
4. tegenstelling

Het is zomer echter het is maar 15 graden.

1. conclusie
2. oorzaak - gevolg
3. doel middel
4. tegenstelling

Als er genoeg aanmeldingen zijn, zal het schoolfeest door kunnen gaan.

1. oorzaak - gevolg
2. doel - middel
3. conclusie
4. voorwaarde

Ik ga eerder naar school zodat ik nog tijd heb om te kletsen met vriendinnen.

1. oorzaak gevolg
2. doel middel
3. conclusie
4. voorwaarde

Er is geen gedoe geweest en het weer was goed dus het schoolreisje was geslaagd.

1. oorzaak gevolg
2. doel middel
3. opsomming
4. conclusie

Het voetbalteam heeft eerst getraind en daarna zijn ze gaan gourmetten.

1. oorzaak - gevolg
2. doel - middel
3. opsomming
4. conclusie

feiten, meningen en argumenten

Het Valuascollege heeft 2300 leerlingen

1. feit
2. mening

Ik vind het Valuasollege een drukke school.

1. feit
2. mening

subjectief

objectief

feit

mening

Bedenk een objectief argument bij; Het Valuascollege is een drukke school.

Bedenk een subjectief argument bij: Het Valuascollege is een drukke school.

Ik snap het verschil tussen feiten en meningen.

😒🙁😐🙂😃

aan de slag

Maak opdracht 1 en 2 op bladzijde 67-68-69 van je leerwerkboek.

Dit is huiswerk voor vrijdag.

Huiswerk vrijdag niet compleet en netjes af = vrijdag het 8ste uur nablijven en alsnog netjes maken.