This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 25 min
Items in this lesson
3.2 Geologie
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
timer
5:00
Lezen paragraaf 3.2.
Slide 3 - Slide
Leerdoelen
Je kunt de geologische kenmerken van Zuid-Amerika beschrijven en verklaren.
Je weet hoe fossiele brandstoffen en ertsen ontstaan.
Slide 4 - Slide
Wat bedoelen we met geologie?
A
Stof die maakt dat kalk gaat bruisen
B
Wetenschap die bestudeerd hoe de aarde zich heeft gevormd
C
puin uit de ruimte
D
tropisch klimaat met een droge en natte periode
Slide 5 - Quiz
Slide 6 - Slide
Het hoogteverschil tussen de bodem van de Atacamatrog voor de kust van Peru en Chili en de toppen van de Andes is vijftien kilometer. En dat terwijl de afstand hemelsbreed slechts driehonderd kilometer is. Hoe is dit extreme reliëf ontstaan?
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Diepe subductie (vulkanisme)
Slide 10 - Slide
Vlakke subductie (geen vulkanisme)
Slide 11 - Slide
Gebruik de bron en de atlas. Geef aan waardoor op Santorini wel vulkanisme voorkomt en op Kreta niet.
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
diepzeetrog
andesiet
hoogtezone
hoogland (hoogvlakte)
Schild
tropisch laagland
ertsen
fossiele energiebron
ertsvorming
Langgerekte diepte in de oceaan, parallel aan de convergente plaatgrens.
Grijs-zwart uitvloeiingsgesteente met kleine en grote kistallen.
Aaneengesloten gebied van min of meer dezelfde hoogte ten opzichte van de zeespiegel.
Hooggelegen gebied (> 500 meter) met relatief weinig reliëf.
Groot plateau op een continent; bestaat uit zeer oude gesteenten.
Gesteenten en mineralen waar mensen nuttige en economisch interessante stoffen uit kunnen halen.
Brandstof van organische oorsprong, zoals aardolie, aardgas en steenkool.
Vorming van ertsen als gevolg van sedimentatie, uitspoeling of afkoeling in magmahaarden.