Fysiologie 1

Fysiologie 1
1 / 42
next
Slide 1: Slide
BiologieHBOStudiejaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Fysiologie 1

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 40 
Anatomie = bouw/vorm
fysiologie = functie

Slide 2 - Slide

Pas de begrippen fysiologie en anatomie toe op een zenuwcel.

Slide 3 - Open question

11 orgaanstelsels
vertering
bloedvaten
ademhaling
immuun- en lymfatisch
uitscheiding
endocrien
voorplanting
zenuw
intergumentair(huid)
beender
spier

Slide 4 - Slide

Type weefsels
Epitheel =bedekking
bind= houd weefsels bij elkaar en op de juiste plek
spier= skelet glad en hart spierweefsel
zenuw= bestaat uit neuronen en gliacellen

Slide 5 - Slide

communicatie
endocrien= signaal komt overal

zenuw= signaal is specifieker

Slide 6 - Slide

regulator/ conformer
niet alleen tempratuur!

Slide 7 - Slide

Homeostase

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Slide

Bmr en smr
Basic metabolistic rate
=
minimaal bij endothermen

standars metabolistic rate
=
specifiek bij ectothermen bij verschillende tempraturen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Thermoregulatie
fijne isolatie laag
schutkleur
tegenstroomprincipe
gedrag

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Hoofdstuk 42

Slide 15 - Slide

Vertering
Ingestie
spijsvertering
absorptie
eliminatie

Slide 16 - Slide

regulatie vertering
groter worden maag zorgt voor gastrine= aanmaak maag sap

vetten in maagbrij= langere peristalitische bewegingen= langere vertering!

Slide 17 - Slide

Honger
Aanmaak ghreline door maag wand= meer honger

leptine aanmaak door vetcellen= minder honger

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

H43

Slide 20 - Slide

Hart onderdelen
Atrium= boezem
Ventrikel= hart kamer

Slide 21 - Slide

Bloedvaten
Vasodilatatie= verwijden bloedvaten

Vasoconstrictie= vernauwing bloedvaten

Slide 22 - Slide

4 soorten voeders
Bulk= groot stukken eten(slang)
Filter= filtreren hun eten(walvis!)
Substraat=leven in of op hun voedsel(Houtvreters)
Vloeistof=voeden op vloeistoffen van prooi(teek)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Bloedonderdelen
erytrocyt= rode bloedcel
leukocyt= witte bloedcel
trombocyt= bloedplaatje

Slide 25 - Slide

Epo
Epo= word gemaakt in nieren stimuleert aanmaak rode bloedcellen en versneld hun mitose en rijpingssnelheid.

Epodoping
v= meer zuurstof in bloed
n= stroperig bloed

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

LDL en HDL

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

H44
osmoseregualtie= balans houden water en opgeloste stoffen in lichaam.
osmoseconformer= is iso osmotisch met zijn omgeving(zeedieren)
osmoseregulator= reguleert zijn interne osmolariteit(zoetwatervis)

Slide 32 - Slide

uitscheidings soorten
ammonium/ammoniak= aquatische dieren
ureum= zoogdieren
urinezuur= vogels/reptielen

Slide 33 - Slide

Uitscheding
filtratie= filtraat door eptiheel in de glomerulus
reabsorptie= terug halen voedingstoffen
secretie= andere afvalstoffen bewegen naar filtraat
excretie= filtraat word verwijderd uit lichaam

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

nefronen
juxtamedullaire nefron= lus van henle diep in merg voor water reabsorptie

corticale= bijna volledig in cortex

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Adh
verminderd wateruitscheiding via urine en reguleert permealbelheid  verzamelbuis

Slide 38 - Slide

Hoofdstuk 47

Slide 39 - Slide

H 47

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

NU DIKKE 10 HALEN

Slide 42 - Slide