pallas 22a vertaling

• Grieks
• WO
• Studiejaar 4

Ἔριδος δὴ γενομένης ἀμφοῖν περὶ τῆς χώρας, ὁ Ζεὺς εἶπεν·

1. Toen Eris geboren was voor beiden in het land, zei Zeus:
2. Toen er ruzie was ontstaan in beide gebieden, zei Zeus:
3. Toen in het gebied tussen beiden ruzie was ontstaan, zei Zeus:
4. Toen beiden ruzie hadden gekregen om het gebied, zei Zeus:

‘Οὐκ αὐτὸς ἐγὼ δικαστὴς ἔσομαι,

1. "Van hen zal ik niet de rechter worden,
2. "Ik ben niet zelf rechter geworden,
3. "Ik zelf zal niet de rechter zijn,
4. "Zelf zal ik niet van de rechtzaak zijn,

ἀλλὰ τοὺς δώδεκα θεοὺς δικαστὰς ποιήσω,

1. maar laat ik de twaalf goden rechters maken,
2. maar laat ik de twaalf goddelijke rechters maken,
3. maar ik zal de twaalf goden rechters maken
4. maar ik ga twaalf goden rechters maken,

ὡς περὶ τῆς ἔριδος δικάσωσιν.’

1. om over de ruzie te oordelen."
2. die over de ruzie zullen oordelen."
3. zoals ze zullen oordelen over de ruzie."
4. die een besluit nemen over de ruzie."

Οὗτοι οὖν βουλευσάμενοι εἶπον·

1. Zo beraadslaagden ze en zeiden:
2. Zij overlegden en zeiden:
3. Na overleg zeiden zij:
4. Zij zeiden tijdens hun beraadslagingen:

‘Δικάζομεν ὧδε·

1. Wij hebben als volgt geoordeeld:
2. Wij oordelen als volgt:
3. Wij zullen als volgt oordelen:
4. Laten we als volgt oordelen:

ἡ χώρα ὑφ’ ἡμῶν τῇ Ἀθηνᾷ κριθήσεται,

1. het land wordt door ons aan Athene toegekend,
2. ons land wordt aan Athene toegekend,
3. ons land zal aan Athene worden toegekend,
4. het land zal door ons aan Athene worden toegekend,

μαρτυρήσαντος τοῦ Κέκροπος

1. nadat Kekrops getuigenis heeft afgelegd
2. omdat Kekrops getuigenis aflegt
3. na de getuigenis van Kekrops
4. van Kekrops' getuigenis

ὅτι αὕτη πρώτη τὴν ἐλαίαν ἐφύτευσεν.

1. dat ze zelf de eerste olijfboom heeft geplant
2. dat zij de eerste olijfboom heeft geplant
3. dat zij als eerste de olijfboom heeft geplant
4. dat ze zelf als eerste de olijfboom heeft geplant

Ἡ δ’ Ἀθηνᾶ τὴν πόλιν ἀφ’ ἑαυτῆς ὀνομάσει

1. Athene heeft de stad naar zichzelf genoemd
2. Athene zal de stad naar zichzelf noemen
3. Athene zal haar eigen stad een naam geven
4. De stad zal zichzelf Athene noemen

καὶ τὸ ὄνομα Ἀθῆναι ἔσται.’

1. en de naam is Athene."
2. en de naam is van Athene."
3. En de naam zal Athene zijn."
4. en de naam zal van Athene zijn."

Τούτων δὲ οὕτω δικασάντων,

1. Nadat deze dingen zo geoordeeld waren,
2. Omdat ze nog niet geoordeeld hadden,
3. Nadat zij die dingen geoordeeld hadden,
4. Nadat zij zo geoordeeld hadden,

ὁ Ποσειδῶν ὀργισθεὶς
τὴν Ἀττικὴν ὕφαλον ἐποίησεν.

1. werd Poseidon boos en zette Attika onder water.
2. zette Poseidon, omdat hij boos was geworden, Attika onder water.
3. zette Poseidon uit woede Attika onder water.
4. liet Poseidon uit woede Attika overstromen.