Thema 7 week 1 les 2: Aanwijzend voornaamwoord

Doel van de les:
Jullie kunnen een aanwijzend voornaamwoord herkennen, benoemen en gebruiken in een zin.
1 / 12
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 7

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Doel van de les:
Jullie kunnen een aanwijzend voornaamwoord herkennen, benoemen en gebruiken in een zin.

Slide 1 - Slide

Doel van de les:
Jullie kunnen een aanwijzend voornaamwoord herkennen, benoemen en gebruiken in een zin.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Slide

deze hond 
dit hondje
die hond
dat hondje
Als iets dicht bij je is gebruik je deze of dit.
Als iets verder van je is gebruik je die of dat.

Slide 5 - Slide

Wat is het aanwijzend voornaamwoord:
Ik pak deze schep wel morgen.

Slide 6 - Open question

Wat is het aanwijzend voornaamwoord?
Ik loop achter die man aan.

Slide 7 - Open question

DAT filmpje van net was al heel leuk maar DIT filmje hier is ook de moeite waard!

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Welk aanwijzend voornaamwoord kun je hier invullen?
Ik pak een eitje uit.....mand daar
A
deze
B
die
C
dat
D
dit

Slide 10 - Quiz

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in:

....paaseitje hier is veel groter dan dat eitje daar.
A
deze
B
dat
C
die
D
dit

Slide 11 - Quiz

Ga nu de les maken
Klik hier om de les te gaan maken.
Succes!

Slide 12 - Slide