Kapitel 1 - Hamburg Lektion 4

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Wilkommen!

Kom rustig binnen;

Pak je spullen er alvast bij;

Wacht totdat de docent begint met de les.

der Unterrichtsplan:

( de lesplanning)

- Rückblick  5 und 6  kontrollieren

- vragenronde proefwerk / PVA

- Erklärung ( = uitleg) Het bepaald en onbepaald lidwoord

- bestudieren Gram. F +  Aufg. 7 bis einschl. 9 machen.  

- Evaluation

die Lernziele:

- ihr kennt den bestimmten und unbestimmten Artikel

( jullie kennen het bepaald en onbepaald lidwoord)

- Du kannst die Artikel richtig anwenden ( je kunt de lidwoorden juist toepassen)

Willkommen!!

der / die / das

Lidwoorden

Wat zijn lidwoorden?

Kan je een voorbeeld geven in het Nederlands?

Lidwoorden

- Je hebt twee soorten lidwoorden, zowel in het Nederlands        en in het Duits, namelijk:

1. bepaalde lidwoorden

2. onbepaalde lidwoorden

Lidwoorden

 Er zijn drie lidwoorden: de, het, een.

Bepaalde lidwoorden -> de , het

Onbepaalde lidwoorden -> een

Lidwoorden

mannelijk

vrouwelijk

onzijdig

meervoud

Lidwoorden

mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
der

Lidwoorden

mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
der	die

Lidwoorden

mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
der	die	das

Lidwoorden

mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
der	die	das	die

Lidwoorden

mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
ein Mann

Lidwoorden

mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
ein Mann	ein e Frau

Lidwoorden

mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
ein Mann	ein e Frau	ein Kind

Lidwoorden

mannelijk	vrouwelijk	onzijdig	meervoud
ein Mann	ein e Frau	ein Kind	kein e Kinder

Je hebt al gezien dat in de Duitse taal veel meer woorden met een hoofdletter worden geschreven.

Dit zijn  de zelfstandige naamwoorden

• woorden waar je de/het/een voor kunt zetten.
• Noem een zelfstandig naamwoord
• Tip> kijk om je heen.

Schrijf in het NL 3 zelfstandige naamwoord op

Wanneer een hoofdletter:

1. Begin van een zin. 

2. Namen, plaatsnamen, merken etc. 

3. Zelfstandige naamwoorden. 

Wel of geen hoofdletter?

1. die mutter
2. die Mutter

Wel of geen hoofdletter?

1. das pferd
2. das Pferd

Wel of geen hoofdletter?

1. die zehn
2. die Zehn

Wel of geen hoofdletter?

1. berlin
2. Berlin

Wel of geen hoofdletter?

1. der junge
2. der Junge