Blok 3 - Herhaling voor het so

SO voorbereiding
Log in bij de LessonUp!

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

SO voorbereiding
Log in bij de LessonUp!

Slide 1 - Slide

Meewerkend voorwerp
Mijn moeder heeft een lekker gebakje voor mij oma gekocht.

Slide 2 - Open question

Meewerkend voorwerp
De ontvanger in de zin. Degene aan wie iets gegeven wordt of voor wie iets wordt gedaan.

Slide 3 - Slide

Meewerkend voorwerp
Lina geeft haar vriendin het geleende boek terug.

Slide 4 - Open question

Bijwoordelijke bepaling

Vanmiddag moet ik werken.

Slide 5 - Open question

Bijwoordelijke bepaling
De conciërge plakt de poster aan de muur.

Slide 6 - Open question

Bedrijvende/lijdende vorm
Bedrijvende vorm:

Onderwerp doet iets.

Lijdende vorm:

Er wordt iets met het onderwerp gedaan.

Slide 7 - Slide

De jarige Joey wordt door de klas gefeliciteerd.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 8 - Quiz

Sunniva doet boodschappen voor haar buurvrouw.
A
Bedrijvende vorm
B
Lijdende vorm

Slide 9 - Quiz

______ je moeder boos op me? (Worden)

Slide 10 - Open question

______ je dat een stomme vraag? (Vinden)

Slide 11 - Open question

De fiets en de brommer zijn _____ vies.
A
Beide
B
Beiden

Slide 12 - Quiz

De kinderen zijn de ______ die slapen.
A
Enige
B
Enigen

Slide 13 - Quiz

Bijna _____ serveersters blijven vrolijk en beleefd.
A
Alle
B
Allen

Slide 14 - Quiz

Welk woord is juist gespeld?
A
Verukkelijk
B
Verrukkelijk

Slide 15 - Quiz

Welk woord is juist gespeld?
A
Aplaus
B
Applaus

Slide 16 - Quiz

In een cv zet je alle ______ over jezelf, je opleiding en je ervaring.
A
Effecten
B
Vaardigheden
C
Gegevens
D
Vermogen

Slide 17 - Quiz

De acteur is beroemd vanwege zijn goede acteerwerk, maar ook _____ vanwege zijn verwende gedrag.
A
Gecoördineerd
B
Aangrijpend
C
Gestimuleerd
D
Berucht

Slide 18 - Quiz

Uit welke taal is 'siësta' een leenwoord?
A
Spaans
B
Italiaans
C
Frans
D
Portugees

Slide 19 - Quiz

Uit welke taal is knäckebröt een leenwoord?
A
Pools
B
Deens
C
Duits
D
Zweeds

Slide 20 - Quiz

Maak het spreekwoord compleet:

Ik sla de ______ op zijn kop.

Slide 21 - Open question

Maak het spreekwoord af:

Het _____ erbij neer gooien.

Slide 22 - Open question

Wat betekent 'op dezelfde golflengte zitten'?
A
Dezelfde spullen bezitten
B
Ergens hetzelfde over denken
C
Goed zijn in dezelfde dingen
D
Dezelfde achternaam hebben

Slide 23 - Quiz