3.1 Fictie les 1

Nederlands
Fictie 3.1

Week 5, les 1
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
Fictie 3.1

Week 5, les 1

Slide 1 - Slide

Programma
  • Terugblik op wat hoofdpersonen en bijpersonen zijn.
  • Samen tekst 1 lezen
  • maken van opdrachten 1 t/m 10
  • Evaluatie/vragen 
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

1. 

Eerste woord = betekenis

Een zin met woord 1 erin, meestal wat langer dan dit.


2.


Eerste woord = betekenis

Een zin met woord 1 erin, meestal wat langer dan dit.

wagen
afhaken
Waag het niet om alleen in het donker te fietsen!
Door pijn in zijn knie moest hij voortijdig afhaken bij de marathon van New York.
Woorden voor vandaag

Slide 3 - Slide

1. 

Eerste woord = betekenis

Een zin met woord 1 erin, meestal wat langer dan dit.


2.


Eerste woord = betekenis

Een zin met woord 1 erin, meestal wat langer dan dit.

21) wagen
22) afhaken
durven
niet meer meedoen
Waag het niet om alleen in het donker te fietsen!
Door pijn in zijn knie moest hij voortijdig afhaken bij de marathon van New York.
Woorden voor vandaag

Slide 4 - Slide

Doelstelling
Na deze les:
  • kun je een hoofdpersoon en een karakterontwikkeling herkennen en beschrijven

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Vraag
  • Wat gebeurt er met je als je een boek leest of een film kijkt?
  • Wat is karakterontwikkeling?
  • Ontwikkelt jouw karakter zich ook?

Slide 7 - Slide

Welk boek lees jij op dit moment?

  • Wie is de hoofdpersoon?
    • Hoe weet je dat dat de hoofdpersoon is?

Slide 8 - Slide

Lezen

  • Hoofdstuk 3
  • Paragraaf 1 (Fictie)
  • Opdracht 3
  • We lezen samen de tekst
  • Na afloop maken we opdrachten

Slide 9 - Slide

Nabespreking opdrachten
1 t/m 5

Slide 10 - Slide

Hoofdpersoon
  • Meestal 1 of 2
  • Leer je goed kennen: je weet wat hij doet, denkt en voelt
  • Verschillende karaktertrekken
  • Ontwikkelt zich in het verloop van het verhaal 

Slide 11 - Slide

Bijfiguren
  • Spelen een kleine rol in het verhaal
  • Wat zij doen, denken en voelen kom je te weten door de hoofdpersoon
  • Meestal maar 1 opvallende karaktertrek 

Slide 12 - Slide

Huiswerk
Denk na over onderstaande vragen en maak een woordweb over tekst 3 'Zus voor één nacht'
  • Wat voor personen zijn Robin en haar moeder Chantal?
  • Wat voor ontwikkeling maakt zij door?
  • Wat is jouw mening over het verhaal?
  • Verder zijn opdrachten 1 t/m 10 af.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide