2BB Taalverzorging perron 2: Grammatica

1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling Persoonsvorm
  • Herhaling gezegde
  • Herhaling onderwerp
  • Herhaling Lijdend voorwerp
  • Nieuw: Meewerkend voorwerp
  • Nieuw: Bijwoordelijke bepaling 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat is de PV in deze zin:
Hannan zoekt naar haar sleutels.
A
Hannan
B
zoekt
C
naar
D
haar sleutels

Slide 5 - Quiz

Wat is het gezegde in deze zin:
Cheyenne heeft dat altijd al willen doen.
A
Heeft
B
heeft altijd willen
C
heeft willen doen
D
altijd willen doen

Slide 6 - Quiz

Wat is het onderwerp in deze zin:
Soms weten Lieke en Melisa niet wat ze met de mentor aanmoeten.
A
weten
B
Lieke
C
Melisa
D
Lieke en Melisa

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Wat is in deze zin het lijdend voorwerp:
Quinty heeft zich absent gemeld.
A
Quinty
B
heeft gemeld
C
zich
D
absent

Slide 9 - Quiz

Wat is het LV in deze zin:
Wist je dat Isabel heel goed kan tekenen?
A
Heel goed kan tekenen
B
dat Isabel heel goed kan tekenen
C
je
D
wist

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin:
Tess schrijft een brief aan Anouk.
A
Tess
B
schrijft
C
een brief
D
aan Anouk

Slide 13 - Quiz

Wat is het MV in deze zin:
Laden vertelt jou een verhaal.
A
Laden
B
vertelt
C
jou
D
een verhaal

Slide 14 - Quiz

Wat is het MV in deze zin?
Mike geeft Robina zijn boek.
A
Mike
B
geeft
C
Robina
D
zijn boek.

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Wat is in deze zin de bijwoordelijke bepaling:
De zus van Tess heeft toneelles in Amsterdam.
A
De zus van Tess
B
heeft
C
toneelles
D
in Amsterdam.

Slide 17 - Quiz

Wat is de BWB in deze zin:
Seyma en Ceylan hebben zich in de kast verstopt.
A
Seyma en Ceylan
B
hebben verstopt
C
zich
D
in de kast

Slide 18 - Quiz

Wat is de BWB in deze zin:
Jaylisa kan alleen op maandag afspreken.
A
Jaylisa
B
kan
C
alleen op maandag
D
afspreken

Slide 19 - Quiz

Welke grammatica onderdelen hebben we net behandeld?

Slide 20 - Mind map

En nu allemaal tegelijk!
Je hebt net alle onderdelen los geoefend. Nu gaan we alles door elkaar oefenen, lukt het dan net zo goed?

Slide 21 - Slide

Anne
weet
het antwoord.
OW
(Onder-werp)
Pv 
(persoonsvorm) 
LV
(lijdend voowerp) 

Slide 22 - Drag question

Thomas
schrijft
een ingezonden brief
aan het ED.
OW
PV
LV
MV
BWB

Slide 23 - Drag question

Nalussati
geeft
op woensdagmiddag
bijles.
BWB
MV
OW
LV
PV
(gezegde)

Slide 24 - Drag question

Om 08:20
had
Annabèle
een coachgesprek.
BWB
MV
OW
LV
PV
(gezegde)

Slide 25 - Drag question

Ieder jaar
geeft
Shelsia
een bos bloemen
aan haar moeder
BWB
MV
OW
LV
PV
(gezegde)

Slide 26 - Drag question

Welk onderdeel staat vooraan in deze zin:
Toen Alisha nog klein was wilde ze juf worden.
A
onderwerp
B
bijwoordelijke bepaling
C
persoonsvorm
D
lijdend voorwerp

Slide 27 - Quiz

Waar zou jij nog meer uitleg over willen?
Onderwerp
lijdend voorwerp
meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
Niets, ik snap nu alles wel!
HELP! Met alles!

Slide 28 - Poll

Vind je LessonUp een fijne manier om te oefenen met grammatica?
Ja, kei fijn! Beter dan zo'n PowerPoint.
Nee, doe mij maar een "standaard uitleg".
Maakt mij niet uit ik vind het allebei even fijn.

Slide 29 - Poll

Heb je nog vragen/ opmerkingen/ reacties? Vul ze dan hier in!

Slide 30 - Open question

Dankjewel voor je aandacht!

Slide 31 - Slide